Bussemaker kapittelt gemeenten
Staatssecretaris Bussemaker van Welzijn gaat gemeenten „fiks en hard” aanzeggen dat ze 130 miljoen euro aan welzijnsgeld niet langer mogen gebruiken voor „lantaarnpalen en parkeerplaatsen.”
Dat zei de bewindsvrouw donderdagmorgen in Amsterdam tijdens een congres over de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) dat door haar ministerie is georganiseerd.De rijksoverheid heeft 127 miljoen euro aan gemeenten ter beschikking gesteld om gevolgen van bezuinigingen in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) op te vangen. Gemeenten moeten het geld gebruiken om begeleiding en dagbesteding voor probleemjongeren, ouderen en mensen met een handicap op te zetten. Deze voorzieningen verdwijnen uit de AWBZ, omdat die vooral gericht moet zijn op onverzekerbare persoonlijke zorg van hulpbehoevenden.
Volgens Bussemaker laten veel gemeenten het geld „op de plank liggen” en wordt het gebruikt „om gaten in de begroting te dichten. Als daarin geen verandering komt, wil de bewindsvrouw „nooit meer horen dat er te weinig geld is voor welzijnswerk.”
Verder drong de bewindsvrouw vanmorgen aan op betere samenwerking tussen gemeenten en welzijnsorganisaties. Uit een onderzoek is gebleken dat bij tweederde van de gemeenten de verhouding niet goed is. Waar gemeenten en welzijnsorganisaties wel samenwerken, kan ook nog het nodige worden verbeterd. Betrokkenen geven het cijfer zes voor de samenwerking. Bussemaker wil dat ze „voor een negen gaan.”
De staatssecretaris bekritiseerde VVD-fractievoorzitter Rutte, die onlangs betoogde dat de overheid de subsidie voor welzijnswerk moet stopzetten. De aandacht moet volgens de liberaal veel meer uitgaan naar het verkrijgen van werk. Bussemaker bracht daar tegenin dat het welzijnswerk juist is gericht op het geschikt maken van betrokkenen voor de arbeidsmarkt.