Volgens de bewindsman onderzoekt het CBR de achtergronden van de tegenvaller. Op basis van dat onderzoek zal de dienst maatregelen nemen.Eurlings meldt niet hoe groot de schade is. Het rommelt al veel langer bij het CBR, dat verantwoordelijk is voor de organisatie van rijvaardigheidsexamens in Nederland. Dit voorjaar greep de minister voor de tweede keer in ruim een jaar tijd in bij het CBR en kondigde hij verscherpt toezicht aan. Eurlings zei na overleg in de Kamer echter dat het „stap voor stap de goede kant uit gaat" bij de organisatie. Als voorbeeld gaf hij de oprichting van een centraal klachtenregister en de benoeming van nieuwe mensen in de raad van toezicht. De minister prees het „zelfcorrigend vermogen" van de dienst.

De maatregelen waarop Eurlings doelde, volgden op kritiek op de prestaties en de klantgerichtheid van het CBR. Uit onderzoek door Ernst & Young eerder dit jaar bleek bijvoorbeeld dat ruim vijfhonderd automobilisten, die hun rijbewijs vorig jaar hadden moeten inleveren of een rijgeschiktheidstest hadden moeten doen, gewoon nog rondreden omdat zaken bleven liggen. Ook regende het klachten over de wachttijden voor praktijkexamens. De reserveringstermijnen om die wachttijden te drukken, zijn inmiddels op orde. Er is ook een klokkenluidersregeling in de maak.

In de Kamerbrief schrijft Eurlings wel dat de reorganisatie bij het CBR „enige vertraging" heeft opgelopen door een beroep dat de ondernemingsraad van het bedrijf heeft aangetekend bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Een uitspraak wordt medio oktober verwacht.