Op uitnodiging van de raad waren de opstellers van het rapport, onderzoekers van IVA Beleidsonderzoek en Advies van de Universiteit van Tilburg, maandagavond bij de commissie algemene zaken en middelen om een toelichting te geven op het rapport. De gemeente Ede is opdrachtgever van het onderzoek.Diverse raadsleden wilden weten wat de reden was voor de keuze voor de Marokkaanse gemeenschap en het buitengebied. „Waarom heeft u deze twee groepen genomen? Er zijn veel meer bevolkingsgroepen in Ede, waarom blijven bijvoorbeeld de rooms-katholieken buiten de scope”, vroeg SGP-raadslid N. M. van der Poel zich af.

Diverse raadsleden hadden kritiek op het feit dat de onderzoekers een studie naar beide bevolkingsgroepen in één rapport hebben opgenomen. ChristenUniefractievoorzitter J. F. van Heuveln: „Die keuze roept behoorlijk wat commotie op in de Edese gemeenschap. Een vergelijking tussen deze groepen is snel gemaakt.”

Onderzoeker J. A. Moors verklaarde dat tijdens het onderzoek naar radicalisering binnen de Marokkaanse gemeenschap er steeds meer parallellen met het platteland naar voren kwamen. Daarom werd besloten het onderzoek breder te trekken.

Ook in het buitengebied zou men in opstand komen tegen overheidsbemoeienis. Ook daar zouden besloten gemeenschappen zijn die sterk naar binnen zijn gericht. „Jongeren op protestants-christelijke scholen geven er de voorkeur aan stage te lopen bij een bedrijf van dezelfde signatuur. Dat vind ik een voorbeeld van slechte integratie. Ik heb geen signalen ontvangen dat deze tendensen bij andere bevolkingsgroepen in Ede ook voorkomen.”

Volgens Moors zou een afzonderlijk rapport over de Marokkaanse gemeenschap en het buitengebied dezelfde commotie hebben veroorzaakt. „Bovendien is het voor de raad van belang om parallellen tussen beide groepen te onderkennen.”

De onderzoekers adviseerden raadsleden maandagavond rekening te houden met de polarisatie tussen inwoners van het buitengebied en Ede-Stad.

„De afstand is niet letterlijk, maar figuurlijk erg groot. Er heerst veel onbekendheid met de andere bevolkingsgroep. De gemeente heeft de belangrijke taak om voorwaarden te creëren om deze onbekendheid weg te nemen.”

Over twee weken wordt het rapport inhoudelijk behandeld in de commissievergadering algemene zaken en middelen.