Dode huisdieren horen niet opgezet
Steeds meer mensen laten hun huisdier opzetten als het is doodgegaan. Dr. Hans Ester vindt dat een verkeerde manier om de gevoelens voor het dier te laten voortleven. Hij hoopt vurig dat deze trend niet doorzet.
Het opzetten van huisdieren blijkt een nieuwe trend te zijn, zo las ik in een nieuwsbericht. Ik moest door dit bericht denken aan een ervaring uit mijn studietijd. Onderweg naar de Oudemanhuispoort in Amsterdam zag ik een etalage waarin opgezette dieren stonden. Ik vond het fascinerend om een vos, een fret, een uil en een buizerd van zo nabij te zien. Maar ik schrok van een dier dat in dat gezelschap niet thuis hoorde: een lammetje. Sindsdien raak ik dat beeld niet kwijt en probeer ik een verklaring voor mijn schrik te vinden.Die verklaring luidt als volgt. Tussen de mens en dieren die in het wild leven bestaat een grote afstand. Die dieren zijn vrij en gaan hun eigen weg. Ze zijn geheimzinnig in hun eigenzinnigheid. Daarom geeft de toe-eigening van dat vreemde dier door middel van het prepareren en opzetten ervan een gevoel van bevrediging. Wij hebben de natuur in haar geheime manier van doen betrapt en de overwinning behaald op dat raadselachtige dier. Helemaal zuiver is dat gevoel niet, maar het is wijd verbreid en het hoort wellicht bij de mens om de natuur in de greep te willen krijgen.
Bij een huisdier ligt dat geheel anders. Een huisdier wordt deel van het menselijk bestaan, van de emoties en van het dagelijks ritme in een gezin. De vorm van het huisdier is niet zelden door de mens bepaald, bij honden vooral zichtbaar in hun onnatuurlijke omvang. Vragen we aan een preparateur om ons geliefde, helaas gestorven huisdier op te zetten, dan lijkt het alsof we de gevoelens van weleer willen bestendigen. Dat lukt uiteraard niet, omdat er in het beestje geen leven meer zit.
Grens
We worden met een opgezet huisdier voortdurend herinnerd aan het feit dat het voorwerp van onze gevoelens er niet meer is. Affectieve gevoelens voor een levend wezen dat nu dood is, kunnen niet verlengd worden door het object kunstmatig te bestendigen. Die bestendiging vindt daarentegen wel in onze gedachten en herinneringen plaats.
De tentoonstelling van plastinaten van enkele jaren geleden, van dode lichamen die door chemische middelen in poses van levende mensen zijn geplaatst, gaat een grens over die naar mijn gevoel niet ter discussie mag staan. Een verbod op zulke tentoonstellingen lijkt mij voor de hand te liggen. In afgezwakte vorm voel ik die grens ook wanneer het om onze huisdieren gaat.
Daarom hoop ik vurig dat het opzetten van huisdieren geen hoge vlucht zal nemen. Ik wil niet bij mensen op bezoek van wie de kat die vredig in de luie stoel ligt te slapen opeens morsdood blijkt te zijn.
De auteur doceert cultuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.