Sinds de ingebruikneming van het huis, in 1990, hebben zich in het Midden-Oosten diverse crises voorgedaan. Zo brak direct na de opening de Golfoorlog uit. Situaties als deze hadden steeds hun weerslag op het aantal gasten dat kortere of langere tijd in het huis verbleef.

Met het uitbreken van de tweede intifada, in september 2000, verslechterden de omstandigheden echter dermate, „dat het bestuur de vraag onder ogen moest zien of de kosten die met het beheren van het huis zijn gemoeid nog wel opwegen tegen de nu nog mogelijke invulling van de doelstelling, die met de stichting van het huis werd beoogd. Het aantal gasten verminderde drastisch, met als gevolg dat ook de directe inkomsten daalden. Bovendien is onzeker of het pand op termijn blijvend kan worden gehuurd”, aldus het persbericht.

Het Nederlandse gasthuis op de Olijfberg in Jeruzalem staat onder beheer van het echtpaar Albert en Esther Knoester. Hoe het verder met hen en hun medewerkers zal gaan, kon dr. ir. J. van der Graaf, vanaf het begin voorzitter van de stichting, vanmorgen nog niet zeggen. „Als bestuur verstaan we onze verantwoordelijkheid. We zullen voor een goede afronding zorgen.”

Hij noemt het „buitengewoon jammer” dat het huis moet sluiten, ook gezien het signaal dat daarmee naar Israël uitgaat. „Aan de andere kant moet ik eerlijk zeggen dat Israël het zijn gasten -zijn vrienden!- niet eenvoudig maakt. De bureaucratie, bijvoorbeeld als het gaat om verblijfsvergunningen, is er enorm.

Van der Graaf wijst erop dat het Huis op de Berg, dat zo’n veertig bedden telt, nog relatief lang is opengebleven. „De ene club na de andere verdwijnt uit Israël. De laatste twee jaar hebben we eigenlijk alleen nog maar op het huis gepast. Voor de komende periode stond er geen enkele boeking. Ook financieel was dat niet langer verantwoord. Bovendien hadden we niet de zekerheid dat als de politieke situatie in Israël -nu uitzichtlozer dan ooit- zou verbeteren, we het huis konden blijven huren. De huidige eigenaar kon ons die garantie niet geven.”

Sinds de start van het huis hebben „vele vrienden een financiële bijdrage gegeven om de doelstelling van het huis te kunnen (blijven) verwezenlijken”, meldt het persbericht verder. „Dat is ook de laatste twee jaar het geval geweest. Het bestuur is dankbaar dat zovelen hun betrokkenheid bij het huis hebben getoond door middel van donaties.”

Het bestuur spreekt zijn „grote dank en waardering” uit aan „alle medewerkers in het huis, die de jaren door, ook in moeilijke tijden, met name ook in de laatste twee jaar, op hun post zijn gebleven om zoveel als in hun vermogen lag aan de doelstelling van het huis gestalte te geven en die daarin voor de gasten van grote betekenis zijn geweest.

De beslissing om het huis te sluiten was daarom voor het bestuur en de medewerkers heel ingrijpend. Dat zal ongetwijfeld ook het geval zijn voor velen die het huis een warm hart toe dragen.”

Van der Graaf memoreert in dit verband ook het plotselinge overlijden van Kees Veldhuijzen, de eerste manager van het Huis op de Berg. „Coby, zijn vrouw, zit in het huidige bestuur. Het besluit heeft ons allemaal diep getroffen.”