Amnesty kritisch over Suriname
Amnesty International is bezorgd over de mensenrechtensituatie in Suriname.
In een vrijdag verschenen kritische rapportage wijst de mensenrechtengroep onder meer op het nog altijd ongestraft blijven van schendingen van mensenrechten in het verleden, de huidige schendingen van rechten van onder anderen gedetineerden, het gebrekkige justitiële systeem en de behandeling van minderheden in het land.
Amnesty verwijt de Surinaamse regering ook niet te voldoen aan de verplichtingen om verslag uit te brengen aan VN-organen, zoals het comité voor de rechten van de mens.
In de rapportage stelt Amnesty wel vast dat er enige vooruitgang lijkt te zijn in het justitiële onderzoek naar de Decembermoorden van 1982. De toenmalige moord op vijftien tegenstanders van het regime van ex-legerleider Bouterse is evenwel nog altijd niet volledig onderzocht en geen van de verdachten, onder wie de huidige parlementariër Bouterse zelf, is ooit voor een rechter verschenen.
Hetzelfde geldt voor de massamoord in het dorp Moiwana in 1986. In de toenmalige strijd tegen het Jungle Commando van Ronnie Brunswijk in Oost-Suriname doodde een militaire eenheid zeker 35 mensen in Moiwana.
Amnesty erkent dat het onderzoek in deze zaak en die rond de Decembermoorden mede is vertraagd door bedreigingen, intimidaties van onderzoekers en getuigen, en ook bijvoorbeeld door de moord op een hoofdinspecteur in 1990. Het ging hier om Herman Gooding, een van de leiders van het onderzoek in de Moiwana-zaak. Desondanks moet de Surinaamse regering de intussen weer deels hervatte onderzoeken nu eindelijk eens afronden, vindt Amnesty.
„Deze gevallen laten zien dat effectieve rechtsmiddelen tegen mensenrechtenschendingen nauwelijks voorhanden zijn in Suriname. Ze tonen ook zonneklaar aan hoe opeenvolgende regeringen nalaten te reageren op berichten, mededelingen en andere interventies van een reeks aan regionale en internationale mensenrechtenlichamen”, staat in het rapport.
De internationale mensenrechtengroep wijst ook op de huidige problemen. Vooral de aanhoudende berichten over geweld tegen gedetineerden, de propvolle gevangenissen en de achterstanden bij de rechtbanken zijn reden tot zorg. Hoewel de regering ook op deze punten beterschap heeft beloofd, lijkt er vooralsnog weinig schot te zitten in de uitvoering van haar plannen. Het steekt Amnesty ook dat Suriname formeel nog altijd de doodstraf kent.
Amnesty vraagt van Suriname ook extra aandacht voor de rechten van minderheden zoals het Saramaka-volk. Dat zijn nabestaanden van ontsnapte Afrikaanse slaven die in de 17e en de 18e eeuw hun toevlucht zochten in de Surinaamse binnenlanden en er nederzettingen bouwden. De Saramaka-gemeenschap vreest voor haar leefgebied door de afgegeven houtkap- en mijnconcessies. Volgens Amnesty heeft Suriname tot dusver nagelaten serieus op de bezwaren in te gaan.