Kerk & religie

Breed

„De enge poort en de nauwe weg.” Matthéüs 7:13-14

21 September 2009 09:32Gewijzigd op 14 November 2020 08:42

De enge poort en weg worden door de Heiland nader beschreven. Eerst spreekt Hij over hun wijdte en breedte. Wijd is de poort van onze verdorven natuurstaat, want zij omvangt alle mensen die in de wereld komen. Allen worden in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren. „Wie kan een reine geven uit een onreine?” Niet een!Breed is ook de weg, dat is de zondige levenskoers, de weg van goddeloosheid, waar de mens uit de poort van de verdorven natuurstaat terstond op stapt. Hij zet zijn voeten op de paden der ijdelheid en wandelt erop voort. Breed is de weg, omdat de zondige natuur geen grenzen kent en niet beperkt wil worden. De natuurlijke mens neemt zijn levenswandel heel ruim en breed. Hij laat zich binnen de gezette palen van Gods Woord en wet niet insluiten, maar hij wil uitspatten en wandelen naar het goeddunken van zijn eigen hart en gaan waar zijn driften hem heendrijven.

Hij is als een woudezel, gewend in de woestijn. Hij heeft het zwerven lief en loopt langs paden van de begeerlijkheid der ogen en van hebzucht. Daar ziet hij de begeerlijkheid van het vlees en de grootheid des levens.

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht

(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer