Dertig bruinvissen in Oosterschelde
De Oosterschelde, het water tussen Schouwen-Duiveland en Beveland, telt minimaal dertig bruinvissen.
Tot die conclusie komen de Stichting Rugvin en het Wereld Natuur Fonds (WNF) na metingen zaterdag op de Oosterschelde.
De Oosterschelde stond vroeger in open verbinding met de Noordzee. Zeehonden, walvisachtigen, vissen en andere dieren zwommen net zo makkelijk de Oosterschelde in als uit. In 1986 werd de bouw van de Oosterscheldekering afgerond.Sinds een aantal jaren worden er regelmatig bruinvissen, kleine walvisachtigen, waargenomen in de Oosterschelde, maar niemand wist tot afgelopen zaterdag hoeveel van die dieren er exact rondzwemmen.
Om inzicht te krijgen in dit aantal organiseerde Stichting Rugvin in samenwerking met het WNF zaterdag een telling. Dat gebeurde vanuit acht boten.
„De omstandigheden waren bijna ideaal. Er stond nauwelijks wind, dus geen golven die de dieren aan het oog zouden onttrekken”, aldus Frank Zanderink van de Stichting Rugvin.
Tijdens de scan werden ook regelmatig moeders met kalf waargenomen. Zeker vijf jonge dieren werden tijdens de scan geteld.
Na deze teling wordt dit jaar ook een begin gemaakt met onderzoek of en hoe vaak bruinvissen door de Oosterscheldekering zwemmen.