Erdogan zoekt uitweg uit Koerdenprobleem
In het zuidoosten van Turkije zijn er sinds 1984 bij gevechten tussen het Turkse leger en de Koerdische Arbeiderspartij PKK meer dan 45.000 doden gevallen. Premier Erdogan heeft een plan om het Koerdenvraagstuk op te lossen.
De Koerden kwamen er begin twintigste eeuw bekaaid van af toen het Ottomaanse Rijk werd opgedeeld. In het Verdrag van Sèvres (1920) was eerst nog sprake van autonomie voor de Koerden. Maar daarover werd drie jaar later in het Verdrag van Lausanne, dat de stichting van de moderne Turkse staat mogelijk maakte, met geen woord meer gerept.Het gevolg is dat de Koerden al tachtig jaar voor hun rechten vechten. Een deel van de Koerden wil onafhankelijkheid, een ander –groter– deel is met minder tevreden. Veel Koerden voelen zich tweederangsburger. Het gaan hen in de eerste plaats om gelijke rechten, om erkenning van de Koerdische identiteit. Graag zouden ze zien dat de Koerdische taal op scholen wordt onderwezen en dat de geturkificeerde steden en dorpen hun oorspronkelijke Koerdische namen terugkrijgen.
De Turkse autoriteiten hebben jarenlang geen millimeter toegegeven. Tot 1991 was zelfs het spreken van Koerdisch verboden. Aanvankelijk zei Ankara dat er in het land alleen maar Turken wonen. De Koerden noemde men Bergturken. Zoiets is natuurlijk niet vol te houden als niet minder dan 20 procent van de totale bevolking Koerdisch is. Op een bevolking van in totaal 76 miljoen inwoners zijn er 15 miljoen Koerden.
Eerdere regeringen probeerden het Koerdenprobleem via onderdrukking op te lossen. Dat leidde tot een polarisatie van het conflict. In 1984 kondigde de Koerdische leider Abdullah Öcalan de gewapende strijd aan. In totaal vielen er 45.000 doden, de meeste aan de zijde van de Koerden.
Premier Erdogan slaat nu een andere weg in. In augustus sprak hij over het leed van Turkse én Koerdische moeders die hun zonen in de strijd hebben verloren. Een dergelijke gelijkstelling was een paar jaar geleden nog onmogelijk geweest.
Erdogan beseft dat de strijd niet door repressie of met militaire middelen kan worden gewonnen. Hij wil de PKK de wind uit de zeilen nemen door de Koerdische bevolking meer welvaart te verschaffen. Daarnaast spreekt hij over culturele rechten voor de Koerden.
Zal het Erdogan lukken het Koerdenprobleem op te lossen? De nationalistische oppositie is fel tegen het project van verzoening. Nog voor de details van Erdogans plan bekend zijn roepen zij het schrikbeeld op van het uiteenvallen van Turkije. Het geven van rechten aan minderheden wordt gezien als een gevaar voor de nationale staat. Het wantrouwen in Turkije tegenover etnische en religieuze minderheden zit diep.
De machtige Turkse legerleiding lijkt aan de kant van Erdogan te staan. Ook bij de strijdkrachten is het inzicht ontstaan dat het Koerdenvraagstuk niet alleen een kwestie is van bestrijden van de terroristische PKK. Onlangs verklaarde de stafchef van de Turkse strijdkrachten dat het leger „de culturele verschillen respecteert.” Hij voegde er echter aan toe dat een „politisering van de culturele verschillen” in strijd is met de grondwet. Dit betekent concreet dat de eenheid van de staat niet ter discussie mag worden gesteld. Naast het Turks mag er geen tweede taal komen. Deze principes zijn in de eerste drie paragrafen van de grondwet verankerd. Paragraaf vier verbiedt een verandering van de eerste drie.
Wat Erdogan de Koerden precies wil aanbieden, is niet bekend. Er wordt gesproken over amnestie voor PKK-strijders die zich in het noorden van Irak ophouden. En het achtergebleven gebied van de Koerden, het zuidoosten van Turkije, zou tot bloei worden gebracht. Maar niets staat vast. Zeker is dat een oplossing van het Koerdenprobleem een langdurige zaak zal worden. De gewapende strijd vanaf 1984 met zijn vele doden heeft bij zowel de Koerden als bij de Turken diepe wonden geslagen.
Een van de grootste obstakels in het vredesproces vormt de gevangen genomen PKK-leider Abdullah Öcalan. Erdogan kan eigenlijk niet om de PKK-leider heen. Öcalans invloed op zijn eigen mensen en de gewone Koerden is nog altijd enorm. Öcalan laat zich ook niet opzijzetten. Nadat Erdogan over verzoening en vrede sprak, kondigde de egocentrische Koerdische leider zijn eigen vredesplan aan.
Maar voor de Turken is deze „babymoordenaar” geen acceptabele onderhandelingspartner. Het liefst zien zij dat Öcalan alsnog wordt opgehangen. Vredesbesprekingen met de PKK-leider zullen de Turken Erdogan nooit vergeven.
Aan de andere kant moet het Koerdenprobleem eindelijk een keer worden opgelost. Als er geen vooruitgang wordt geboekt, is het gevaar van radicalisering van ontevreden Koerden levensgroot aanwezig. Nog meer geweld zal daarvan het gevolg zijn.
Erdogan is echter vastbesloten zijn vredesinitiatieven door te zetten. Lukt het hem het Koerdenprobleem op te lossen, dan maakt hij zich onsterfelijk.