Buitenland

Belastende brieven komen boven in Milosevic-proces

In het proces tegen de voormalige Servische en Joegoslavische president Slobodan Milosevic hebben de aanklagers donderdag zeer belastende brieven voor de verdachte aangedragen. Uit de stukken blijkt dat de gedaagde zeer veel invloed kon uitoefenen op het Joegoslavische leger in de tijd dat hij ’slechts’ president van Servië was.

ANP
6 February 2003 13:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:07

De brieven waren afkomstig van hooggeplaatste politici in de Servische Republiek Krajina. Minister van Binnenlandse Zaken Milan Martic en president Goran Hadzic, die worden genoemd als onderdeel van de „gemeenschappelijke criminele onderneming” om delen van Kroatië te zuiveren, vragen Milosevic om druk uit te oefenen op het Joegoslavische leger. Zodoende hopen ze munitie en reserveonderdelen te krijgen voor hun troepen van de Servische Republiek Krajina.

Volgens de getuigenis van generaal Aleksandar Vasiljevic, die sinds woensdagmiddag door de aanklagers aan de tand wordt gevoeld, hadden Martic en Hadzic bij problemen met het Joegoslavische leger „natuurlijk” de Joegoslavische president aan moeten schrijven en niet Milosevic. „Hij schrijft hier aan de persoon van wie hij denkt dat hij de feitelijke invloed heeft en die bevelen kan uitvaardigen aan de generale staf van het Joegoslavische leger om tegemoet te komen aan de verzoeken van Martic”, aldus de getuige donderdag. Over de brief van Hadzic velde hij hetzelfde oordeel.

Aleksandar Vasiljevic was in de heetste fase van de oorlog in Kroatië, in 1991, chef van de Joegoslavische contraspionagedienst en wordt in de Milosevic-aanklacht zelf genoemd als onderdeel van een „gemeenschappelijke criminele onderneming”. Vasiljevic zou hebben meegewerkt aan het ophitsen van de Kroatische Serviërs en het zaaien van haat die tot etnisch geweld leidde.

Milosevic bestrijdt dat hij invloed kon uitoefenen op het Joegoslavische leger toen hij nog president van Servië was en dus ook niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor misdaden door het leger of die voortvloeiden uit acties van het leger. Ook ontkent hij dat hij de leiders van de etnische Serviërs in onder meer Krajina heeft geleid en hun financiële, materiële en logistieke steun heeft geboden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer