Opinie

Steeds dichterbij

Dat de Amerikanen Saddam Hussein militair willen aanpakken, wordt met de dag duidelijker. Daarbij zal men zich niet laten weerhouden door bezwaren van oude bondgenoten als Frankrijk en Duitsland. En wat de Veiligheidsraad betreft gaat Amerika het liefst met diens goedkeuring, maar desnoods zonder toestemming aan de slag.

6 February 2003 12:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:07

Woensdag probeerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, in een uitgebreid betoog de Veiligheidsraad te overtuigen van het feit dat Irak zich niet houdt aan de voorwaarden van resolutie 1441. Daarvoor kon hij een aantal bewijzen aanvoeren in de vorm van satellietfoto’s en afgeluisterde gesprekken.

Maar, zoals verwacht kon worden, daarmee kreeg hij de twijfelaars niet over de streep. Binnen de westerse wereld bestaat een grote verdeeldheid. Groot-Brittannië gedraagt zich onder Blair als Amerika’s trouwste bondgenoot, al is onder de Britse bevolking het enthousiasme om tegen Irak ten strijde te trekken zeer beperkt.

Verder zijn het vooral de ex-communistische landen in Midden- en Oost-Europa die Amerika steunen. Economisch en militair stellen ze weinig voor, maar hun stellingname is wel opmerkelijk. Waarschijnlijk geeft hier de doorslag dat zij zich voor hun veiligheid primair afhankelijk voelen van de VS. Daarom stellen ze zich op achter Bush.

In ieder geval is het voor de EU onmogelijk om bij deze verdeeldheid van lidstaten en aspirant-lidstaten met één mond te spreken. Bij de komende oorlog in het Midden-Oosten is Europa geen factor van betekenis.

Demissionair premier Balkenende heeft zich achter Amerika opgesteld. Het punt is wel dat de partij waarmee hij in onderhandeling is over een nieuwe coalitie, daar duidelijk anders over denkt. Beiden zullen hun besprekingen niet op het Irak-beleid laten vastlopen. Tegen de tijd dat het nieuwe kabinet geïnstalleerd is, zou de oorlog in het Midden-Oosten wel eens voorbij kunnen zijn.

Voor Amerika gaat immers de tijd dringen. In het voorjaar loopt de temperatuur in de Iraakse woestijn op. De langdurige aanwezigheid van grote aantallen Amerikaanse militairen op bases in het Midden-Oosten geeft steeds meer problemen. Het effect van de Amerikaanse dreigementen richting Saddam neemt natuurlijk ook af. Als de ander dan per se niet wil buigen, dan moet je op een gegeven moment wel toeslaan, wil je je geloofwaardigheid voor de toekomst niet verliezen.

Toch blijft het een punt in hoeverre dergelijke preventieve acties in de wereldpolitiek aanvaardbaar en gewenst zijn. Dat Saddam Hussein aangepakt moest worden na zijn invasie in Koeweit, was duidelijk. Helaas heeft Bush sr. toen onvoldoende doorgebeten en geen regimewisseling in Irak tot stand gebracht.

Bij militaire acties tegen landen die een gevaar voor de wereld zouden kunnen opleveren, liggen de zaken gecompliceerder. Zowel politiek als ethisch. Is na Irak Noord-Korea aan de beurt?

Bovendien laat Afghanistan zien dat het niet zo moeilijk is een verwerpelijk regime te verdrijven. Het is veel en veel moeilijker om vervolgens een redelijk functionerend nieuw bewind tot stand te brengen. Maar niets doen kan ook gevaarlijk zijn.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer