Dat betoogde landsadvocaat Cecile Bitter woensdag namens de Staat voor het gerechtshof in Amsterdam.Het hof behandelde het hoger beroep van de zaak tussen De Telegraaf en de AIVD. In juli bepaalde de kortgedingrechter dat de telefoons van een aantal journalisten van De Telegraaf niet langer afgeluisterd mochten worden. De AIVD ging tegen deze beslissing in beroep.

Het artikel onder de kop ’AIVD faalde rond Irak’ leidde tot aanzienlijke beroering bij de dienst. „Als dit soort informatie wordt gelekt, zijn de integriteit en het functioneren van de AIVD rechtstreeks in het geding", aldus Bitter.

„Als de AIVD zelf niet veilig is, hoe kan hij dan de nationale veiligheid beschermen? Zo’n lek moet daarom zo snel als mogelijk worden opgespoord en gedicht". De AIVD vreesde dat de lekkende medewerker ook bij andere gevoelige informatie kon komen, waardoor er levensgevaarlijke situaties zouden kunnen ontstaan. Volgens Bitter bleek de vrees van de AIVD dat er nog meer zou worden gelekt gerechtvaardigd, toen De Telegraaf in juni een stuk over de Dalai Lama publiceerde, dat eveneens was gebaseerd op gevoelige AIVD–informatie. Volgens de advocaat van De Telegraaf, Bas le Poole, staan er niet nog meer publicaties op stapel.

In de loop van het onderzoek naar het lek, dat zich concentreerde op Telegraafverslaggevers Jolande van der Graaf en Joost de Haas, werden een medewerkster van de dienst en haar partner (een ex–AIVD’er) als verdachte aangemerkt. Dat tweetal zit nog steeds vast. Op 28 september vindt bij de rechtbank Haarlem een eerste pro–formazitting in hun zaak plaats. Ook Jolande van der Graaf geldt formeel als verdachte.

In de huidige procedure tussen de AIVD en De Telegraaf wil laatstgenoemde dat het onderzoeksmateriaal dat de inlichtingendienst ten behoeve van de strafzaak aan het Openbaar Ministerie heeft gegeven, niet wordt gebruikt. De krant wil dat de informatie uit het dossier wordt gehaald. De AIVD verzet zich daartegen.

Het gerechtshof doet uitspraak op 13 oktober.