Geen verkiezingen alstublieft
Veel verrassends bevatte de gisteren gepresenteerde Miljoenennota niet. Mede daardoor was het voor de oppositie vandaag prijsschieten. Deze begroting was „van een ondraaglijke leegheid”, klaagde GroenLinksleider Halsema. Als er dan zo’n diepe crisis is, zoals de Troonrede stelt, waarom staan er in de Miljoenennota dan zo weinig antwoorden op die crisis? schamperden alle oppositiewoordvoerders.
Zij kunnen zich in hun opvatting in elk geval gesteund weten door de Raad van State, die weliswaar billijkt dat het kabinet het komende jaar nog niet bezuinigt, maar die het uitstellen van het maken van saneringsplannen en van politieke besluitvorming daarover, zwaar kritiseert.Nu beweert de coalitie –vanuit haar positie bezien begrijpelijk– dat zij wel degelijk aan de slag gaat. Gaat zij niet een breed maatschappelijk debat opzetten over „fundamentele keuzes” die de komende jaren gemaakt moeten worden? Hier wat uitgaven schrappen, daar wat saneren, kan nu niet meer, poneerde de minister van Financiën, Bos, gisteren stoer. Geen kaasschaafmethode, maar diepgravend nadenken over welke taken een overheid in de toekomst nu wel en welke niet moet vervullen.
Maar hier doet zich toch iets vreemds voor. Om een antwoord te vinden op een tamelijk concreet probleem –een begrotingstekort van 30 miljard– start het kabinet een brede, en daardoor oeverloze discussie over een vraagstuk waar de politiek de afgelopen decennia nooit uit is gekomen. Zet het thema kerntaken van de overheid op de agenda, en eindeloze, ideologisch geladen debatten zijn het gevolg.
Toegegeven, over deze kerntaken moet af en toe gedebatteerd worden. Maar niet in plaats van het nemen van concrete maatregelen. Een tekort van 30 miljard? Heel vervelend! Maar sla dan tenminste de hand aan de ploeg. Via de AOW-leeftijd, via de hypotheekrenteaftrek, of hoe dan ook. Maar neem in elk geval concrete en doelgerichte besluiten over hoe het met de overheidsfinanciën op lange termijn verder moet.
Even vreemd als de aanpak van het kabinet –de discussie zo breed trekken dat ze wel moet verzanden– is de benadering van sommige oppositiepartijen. Zij willen meteen nieuwe verkiezingen, want, zo redeneren bijvoorbeeld SP en PVV, diep ingrijpen in de overheidsfinanciën vereist een nieuw mandaat van de kiezer.
Dat klinkt logisch, maar is het niet. Over een regeerakkoord –waarin gewoonlijk tal van verkiezingsbeloften sneuvelen of verhaspeld worden– spreken kiezers zich ook nooit opnieuw uit; waarom dan wel over halverwege aangepaste akkoorden?
Daar komt bij dat die partijen die om verkiezingen roepen, tevens daadkracht eisen. Dat nu is een wonderlijke combinatie. Zouden SP en PVV niet weten dat nieuwe verkiezingen altijd beginnen met uitvoerig campagne voeren en eindigen met soms ellenlange coalitieonderhandelingen? Maanden waarin het land juist níét krachtig bestuurd wordt?
Alsjeblieft, geen nieuwe verkiezingen. Daar hebben we er de afgelopen jaren genoeg van gehad. Laat toch vooral déze coalitie de handen uit de mouwen steken.