Het was dan ook niet de gouden koets, met daarin koningin Juliana en prins Bernhard, waarvan de paarden op hol sloegen, maar een roomwitte open koets waarin de prinsessen zaten. Deze witte kroningscalèche, beter bekend als de crème calèche, ontving koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar inhuldiging op 6 september 1898 van haar moeder koningin Emma. Overigens kwam iedereen met de schrik vrij en was de schade aan de koets beperkt.Z. C. Verheij
Berkenbosch Blokstraat 37
2586 HE Scheveningen

In aanvulling op het verslag (RD 12-9) van de studiedag voor godsdienstonderwijs op openbare basisscholen, geeft het Protestants Centrum GVO te kennen dat dit centrum geen onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is. Het is een zelfstandige stichting voor Protestants Christelijk Godsdienstig Vormingsonderwijs. Zij is opgericht door leden van de commissie onderwijs van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO). Naast de PKN zijn hierin onder andere de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten vertegenwoordigd. Binnen dit centrum bestaat de ruimte om in overleg met de eigen kerk vorm en inhoud te geven aan de lessen gvo.

Namens het bestuur van de Stichting PC GVO,

ds. L.M. Bal, voorzitter
dr. G. van der Hoek, secretaris
Postbus 8504
3503 RN Utrecht

Naar aanleiding van de column van Jan van Klinken over het voortijdig vertrek van rechter Hans Westenberg (RD 12-9) kwam mij weer in herinnering hoe ontgoocheld ik was na de lezing van het boek van Paul Ruijs ”Wij zien u wel in de rechtszaal, klassenjustitie in Nederland”.

Ik dacht in mijn naïviteit dat corruptie iets was wat slechts ten zuiden van ons land voorkwam en dat onze rechters onkreukbaar waren. Waarom zo naïef? Ten eerste omdat wij graag nogal goed van onszelf denken. Ten tweede omdat naar mijn indruk onze pers geen ‘Watergatementaliteit’ heeft. De pers heeft in onze democratie mijns inziens (ook) de taak om misstanden aan het licht te brengen. Ik denk dat dit nog te weinig ten aanzien van klassenjustitie gebeurt. Wat meer argwaan is niet overbodig.

L. van den Berge
Driespronglaan 2
3951 VJ Maarn

In de bijzonder interessante berichtgeving over 175 jaar afscheiding (RD 10-9) trof mij de opmerking die ds. A. Schreuder aanhaalde van ds. Kersten. „Ds. G. H. Kersten heeft gezegd dat de afgescheidenen te ver gingen door de Nederlandse Hervormde Kerk een valse kerk te noemen.” Als de visie van ds. Kersten juist is, was de Hervormde Kerk nog niet door God verlaten. Maar dan komen de Afscheiding en de eindeloos repeterende breuk ervan in een heel ander daglicht te staan. Dan was het gelijk aan de kant van „zij die bleven” en dan had ds. De Cock naar dr. Kohlbrugge moeten luisteren.

Dat lijkt me een moeilijk te bestrijden consequentie. Het is duidelijk dat we –gelet op de discussie op pagina 17–er niet meer uitkomen. En dat is mijns inziens ook niet meer te verwachten. Wel mogen we opmerken dat de Heere niet met ons gedaan heeft naar onze kerkelijke zonden, maar dat Hij, zowel onder hervormden als afgescheidenen, met Zijn Geest heeft willen werken door zondaren toe te brengen tot de gemeente die zalig zal worden.

Er worden in onze dagen allerlei geluiden gehoord dat we tot eenheid moeten komen. De laatste eeuwen zijn door achtenswaardige mannen pogingen daartoe gedaan, die allemaal mislukt zijn. Het was Gods tijd nog niet, maar die eenheid gaat wel komen. Dat gaat de Heere Zelf doen. De tijd gaat komen dat de gemeente Gods wérkelijk ”hersteld” zal zijn. Het wacht alles op de bekering van het Joodse volk. Hun aanneming zal zijn „het leven uit de doden.” Men leze en herleze Romeinen 11.

C. J. Buys
Sparreweg 6
2803 JT Gouda