Openheid in nieuw laboratorium Shell
Een kwart miljard euro, 1800 heipalen, 1,2 miljard stenen, 2500 ton staal en 32.000 kubieke meter beton is erin gegaan. Het nieuwe Technology Center van energieconcern Shell in Amsterdam werd woensdag officieel geopend door prins Willem-Alexander.
Het omvangrijke complex verrees de afgelopen vier jaar aan de oever van het IJ, schuin tegenover het Centraal Station.„Wij zien het nieuwe gebouw als het begin van een nieuwe richting in Amsterdam”, aldus manager Jo Peters van Shell. „Het Technology Center vertegenwoordigt een nieuwe cultuur van openheid.”
Shell zit al bijna honderd jaar op de Amsterdamse locatie. De bijna dertig oude kantoren, laboratoria en proefhallen, verspreid over 27 hectare grond, hebben nu plaatsgemaakt voor één imposant geheel van glas en donkerrood steen.
De oliegigant wil „toevallige ontmoetingen” tussen medewerkers stimuleren om op deze manier de creativiteit en innovatie te bevorderen.
Op een oppervlakte van 80.000 vierkante meter gaat dan niet vanzelf. „Research vraagt om flexibiliteit. Niemand heeft een eigen kamer en de koffieautomaten bevinden zich allemaal in het atrium.”
Het atrium vormt het 174 meter lange hart van het gebouw, dat de vijf langwerpige uitlopers waarin verschillende afdelingen en laboratoria zitten, met elkaar verbindt.
In het ontwerp van ingenieursbureau Aracadis en architectenkantoor Mourik huist een van de vier onderzoekscentra van Shell wereldwijd. In Amsterdam ligt de nadruk op onder meer biobrandstoffen en het zogenoemde ”gas to liquid”-proces, dat in Nederland is ontwikkeld.
Met de nieuwbouw heeft het olieconcern er bewust voor gekozen om in Amsterdam te blijven. Op een vaarafstand van drie minuten van het Centraal Station is de locatie voor Shell gunstig voor het aantrekken van nieuw talent en het behouden van kennis, aldus een woordvoerder van het bedrijf.
Het terrein van Shell in Amsterdam-Noord is teruggebracht naar 7 hectare. De rest van de grond is verkocht aan de gemeente Amsterdam.