Cultuur & boeken

De Bijbel bewonderd én betwist

De moderne kunst heeft wat met de Bijbel, maar ook tégen de Bijbel. Die conclusie dringt zich op na kennismaking met het lijvige naslagwerk ”De Bijbel cultureel”. Het biedt een uitvoerig overzicht hoe de cultuur van de twintigste eeuw in de verschillende kunsten put uit het Bijbelse erfgoed. Provocerend, ironisch, kritisch, geïnspireerd, gelovig, traditioneel, zo vat de redactie treffend samen.

Klaas van der Zwaag
16 September 2009 08:02Gewijzigd op 14 November 2020 08:40
”Improvisatie Zondvloed” van de Russische kunstenaar Wassily Kandinsky uit 1913. „Kandinsky vergeleek het maken van een schilderij met het herscheppen van de wereld, dat noodzakelijkerwijs begint met een catastrofe, een chaotisch gebrul, om naar het einde
”Improvisatie Zondvloed” van de Russische kunstenaar Wassily Kandinsky uit 1913. „Kandinsky vergeleek het maken van een schilderij met het herscheppen van de wereld, dat noodzakelijkerwijs begint met een catastrofe, een chaotisch gebrul, om naar het einde

De moderne kunstenaar laat zich niet gezeggen door een normatieve Bijbel, maar gaat vrij en creatief zelf met de Bijbel aan de slag, met alle gevolgen van dien. Wie de moderne kunst en cultuur van binnenuit wil leren kennen in al zijn verschillende genres, leze dit boek.”De Bijbel cultureel” past goed in de reeks van de eerder bij uitgever Meinema verschenen boeken ”De Bijbel literair” (2003) en ”De Bijbel spiritueel” (2004), hoewel het huidige deel niet gepresenteerd wordt als de afsluiting van een trilogie. De redactie heeft zich een naslagwerk voor ogen gesteld over kunstvormen in de twintigste eeuw, met soms een uitstapje naar een eerdere en (iets) latere tijd. Zij behandelt de westerse of Noord-Atlantische kunstwereld en richt zich op de beeldende kunst, film, theater, muziek (klassiek en pop) en literatuur.

De term ”religieus” is in de brede zin van het woord genomen, variërend van esoterie, mystiek en theosofie tot klassieke vormen van (kerkelijke, traditionele) religiositeit.

Een team van deskundige auteurs is jarenlang bezig geweest met de voorbereiding en het resultaat is een indrukwekkende uitgave met veel kleurenmateriaal. De redactie stond onder leiding van freelanceredacteur Gerda van de Haar (onder meer verbonden aan literair tijdschrift Liter) en Marcel Barnard, hoogleraar liturgiewetenschap aan de Protestantse Theologische Universiteit (Utrecht) en aan de Vrije Universiteit Amsterdam en betrokken bij de Prof. dr G. van der Leeuw-stichting, ontmoetingscentrum van kerk en kunst. Als genreredacteuren werkten mee Jaap Goedegebuure (literatuur), Wouter Prins (beeldende kunst), Sylvain De Bleeckere (film), Max Smith (theater), Johan Snel (klassieke muziek) en Peter Sierksma (popmuziek).

Beeldenstorm

De twintigste eeuw is in de kunstwereld de eeuw van het modernisme. Centraal staat een abstracte kunstbeoefening die zich emancipeert van de (traditionele weergave van de) werkelijkheid en op zoek is naar een spirituele (abstracte) betekenis van het leven. Het resultaat is echter onzekerheid, desintegratie en wanhoop, zo stellen de auteurs. Moderne kunst impliceert vaak de ontmanteling van het traditionele religieuze beeld en een beeldenstorm tegen conventies en tradities.

„In de kunstwereld is niet alleen de kerk, maar zelfs iedere vorm van religie verdacht”, schrijft Wouter Prins. Aan de ene kant speelt de Bijbel in de musea en de centra van hedendaagse kunst geen rol van betekenis (al is er de laatste jaren sprake van een kentering), aan de andere kant laten kunstenaars zich toch door geloofsvoorstellingen leiden, al is dat in vele gevallen een verzet tegen Bijbel en geloof.

De redactie stelt dat de Bijbel in de kunst enerzijds belachelijk is gemaakt, bespuwd, bespot, anderzijds zijn er tegenbewegingen waarbij kunstenaars op hun manier hun geloof verwoorden, soms met een aanstootgevend idioom. In dit spanningsveld beweegt zich het onderwerp van het boek.

Analyses

Het boek volgt de Bijbel in 67 trefwoorden, van schepping en paradijs tot het laatste oordeel en het hemelse Jeruzalem. Allerlei personen uit de Bijbel komen aan de orde, zoals Eva, Abraham, Bathseba, Paulus, Salomé, Maria Magdalena, thema’s als de zondeval, de uittocht uit Egypte, het Hooglied, engelen en de draak. Het Nieuwe Testament reikt uiteraard veel onderwerpen aan over Jezus, Zijn lijden, kruisiging en opstanding.

De kracht van het boek is dat het duidelijke analyses geeft van afzonderlijke kunstwerken (in film, poëzie, theater, beeldende kunst, cabaret) en van de verschillende genres. Zo opent het boek met een aantal relevante beschouwingen over de plaats van de Bijbel in de beeldende kunst, de film („tussen doelwit en inspiratiebron”), het theater („een moeizame relatie”), de muziek (de twintigste eeuw is de eeuw van jazz, popmuziek) en de literatuur. Het boek geeft via een subtiel systeem van verwijzingen aan hoe Bijbelse thema’s of personen aan de orde komen in de verschillende kunstengenres.

Waardevol zijn de vele afzonderlijke beschouwingen, zoals over de muziek van de Jood Arnold Schönberg, die onder meer de opera ”Mozes en Aäron” schreef. Schönberg brak met de klassieke tonaliteit en vond de twaalftoonstechniek uit. Hij was geobsedeerd door een mystieke belangstelling, wat overigens voor veel moderne kunstenaars geldt.

Boeiend zijn ook de analyses van verschillende schrijvers (Dostojewsky, Thomas Mann), componisten (Mahler, Sjostakowitsj), beschouwingen over de relatie tussen Job en het werk van C. S. Lewis, de afwezigheid van God in het modernisme (analyse van Samuel Becketts ”Waiting for Godot”).

Worsteling

In het boek is ook de worsteling waarneembaar van kunstenaars om moderne vormen te gebruiken voor de boodschap van de Bijbel. De Amerikaanse gospelzangeres Mahalia Jackson (geen familie van Michael) weigerde bijvoorbeeld jazz, soul en blues te zingen omdat dit niet tot Gods lof zou zijn. Het was voor haar een wereld die het geloof in de weg stond. Zij vond dat de gospelmuziek in de loop van de jaren vijftig steeds meer het voertuig van de ‘echte’ muziek was geworden en daarmee van de duivel. Het is onmogelijk, zei ze, om zondags in de kerk spirituals te zingen en je op maandag over te geven aan de rock & roll. „Iedereen die blues zingt, zit diep in de put en roept om hulp. Maar gospelsongs zijn een blij geluid voor de Heer.”

In de moderne kunst treffen we ook meer traditionele verwerkingen van de Bijbel aan, althans van kunstenaars die bewust en integer de boodschap van de Bijbel bedoelen te vertolken, zoals Cecil B. DeMille in de film ”Tien Geboden”. Uit deze film zou blijken hoeveel belang de cineast hechtte aan het religieuze gegeven van de Tien Geboden. Of denk aan de vele kunstvormen die de boodschap van de Bijbel willen doorgeven in passiespelen en -muziek, de incarnatiepoëzie, kunstwerken van Mark Chagall, het dichtwerk van Martinus Nijhoff. Deze kunstproducten ademen een heel ander klimaat dan wat doorgaans voorkomt in de popmuziek, de film, het theater en in veel gevallen ook de beeldende kunst.

Arie Boomsma

Bij het lezen van het boek drong zich de discussie rond Arie Boomsma en zijn beoogde cabaretprogramma ”Loopt een man op het water” op. In dat programma zouden atheïstische cabaretiers een conference over Jezus maken. Boomsma wilde daarmee een „spannende dialoog” starten en zich daarbij kwetsbaar opstellen. De moderne cultuur als middel tot gesprek en evangelisatie, zeg maar.

De insteek van ”De Bijbel cultureel” is echter anders: zij verkent niet de mogelijkheid om de Bijbel evangeliserend in te brengen in de moderne cultuur, maar brengt in kaart wat kunstenaars al met de Bijbel gedaan hébben. Het is een inventariserend werk van kunstuitingen over de Bijbel waar je wel of niet blij mee kunt zijn, maar die een feitelijk gegeven zijn. In die zin is het inzichtelijk om te lezen wat de Bijbel in de moderne tijd met kunstenaars heeft gedaan.

Maar kan dat: de Bijbel ter sprake brengen in een wereld waarin primair, zoals kunst betaamt, creativiteit telt? De redactie is ervan uitgegaan dat ironie, provocatie en kritiek het belang van het heilige boek van synagoge en kerk eerder onderstrepen dan ondergraven. Dat lijkt mij te generaliserend gezegd. Terecht wordt bijvoorbeeld Van het Reve’s verwerking van Bijbelse thema’s in het boek als soms blasfemisch aangeduid. Een kunstzinnige verwerking van Bijbelse thema’s kan ook leiden tot aanstootgevende en blasfemische producten, vooral over Jezus (met name in de filmwereld).

Ik zou bijvoorbeeld de spot over Bijbelse thema’s en onderwerpen in het werk van Maarten ’t Hart niet als een serieuze en kunstzinnige verwerking van het Bijbels erfgoed zien. Daarin zit te veel platheid en een zich willen afzetten. Aan de andere kant laten vele kunstproducties van de twintigste eeuw zien welke diepe levensvragen, of beter gezegd: welke levensnood en verlies aan zin en oriëntatie hieraan ten grondslag liggen.

Blokkade

Wie gelukkig en tevreden is, mist meestal de aandrang tot kunstzinnige scheppingen, zo lijkt het wel. Ooit heeft de Joodse schrijver Franz Kafka gezegd dat alle literatuur iets demonisch heeft, met een beroep op Kierkegaard. Deze typeerde het demonische als angst voor het Goede (=God, verlossing, ware vrijheid enz.). Kunst blokkeert als het ware de werkelijke oplossing voor levensvragen. Daarom droeg Kafka in zijn testament op om zijn gehele levenswerk te vernietigen. En de kunstzinnig aangelegde Réveilfiguur Willem de Clercq worstelde met wat hij als een verzoeking zag: het schrijven van romans. Hij koos ervoor om het níét te doen.

In veel moderne kunstproducten zien we iets van dat ‘demonische’ zich afsluiten van een doorbraak naar Boven. Het negatieve levensgevoel, en soms het zwelgen erin, kleurt helaas ook de Bijbelse thema’s in. Met name is dat het geval in de popmuziek, waar Bruce Springsteen als een moderne Kaïn zijn levensbeschouwing bezingt en zijn miljoenen verslaat.

Dat neemt niet weg dat dit boek zeer nuttig om de geestesgesteldheid van onze huidige cultuur te peilen. Er is de laatste tijd discussie ontstaan over de vraag of predikanten moderne literatuur moeten lezen om de cultuur beter te leren kennen. Predikanten staan op dit punt recht tegenover elkaar, zo laten kerkbladen zien. Wie de moeite wil besparen om zelf te duiken in de bronnen van moderne literatuur en kunst, krijgt in dit handboek snel de hoofdlijnen te pakken. Hij snuift als het ware de cultuur op. Want iedereen ademt de lucht van deze cultuur in, of je dat wilt of niet.

N.a.v. ”De Bijbel cultureel. De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw”, onder redactie van Marcel Barnard en Gerda van de Haar; uitg. Meinema, Zoetermeer, 2009; ISBN 978 90 211 4220 3; 736 blz.; intekenprijs tot 1 november 2009 € 75,-, daarna € 89,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer