„Gooi maar in ’t vuur, die loodzware boeken”
Nog nooit was een boek van 300 bladzijden zo licht van gewicht. Nimmer was het zo makkelijk met een boek in slaap te vallen. En niet eerder brachten dertig mensen tegelijk het laatste in praktijk met het eerste in hun handen.
Vrijdagnacht en een Groningse sterrenhemel. Midden in het centrum zijn alleen de uitgaansgelegenheden nog verlicht. En de christelijke boekhandel Riemer & Walinga: daar staat de deur staat wagenwijd open voor trouwe klanten van de winkel die een spectaculair nachtje testliggen niet willen missen.Spectaculair omdat het niet de normaalste zaak van de wereld is om op de winkelvloer de nacht door te brengen. Testliggen omdat er ook nog gewerkt moet worden die nacht: de nieuwste rage op het gebied van drukwerk, de dwarsligger, moet beoordeeld worden. En wie kan dat beter doen dan de boekenfan?
„Ja gooi maar in ’t vuur al die loodzware boeken
En werp al die kilo’s nu maar aan de kant
In bed zal nu ieder het leesgenot zoeken
een dwarsliggertje pas in elke hand!”
Voorafgaand aan het testen bezingt de gereformeerd vrijgemaakte predikant J. T. Oldenhuis de voordelen van het miniboekje in een zelfgemaakt lied.
Wat ervan waar is, moet nog blijken. Een drietal vriendinnen, dat een stapel dwarsliggers aan hun keurende blikken onderwerpt, is in elk geval van één ding overtuigd: dit wordt een mooie avond.
Renny Smit: „Het is leuk om aan het begin van een nieuw concept te staan.” Jeannette Voogd: „Ik vraag me af: Zou het echt zo veel makkelijker zijn dit boekje te lezen in bed?” Ze weegt de ruim 120 gram tastend in haar hand. Zwaarder dan een appel is het niet, het dunne boekje. „Dit moet ideaal zijn voor op reis”, denkt ze. „Ja, voor in de trein bijvoorbeeld”, vult Hilda Schoonveld enthousiast aan.
Bedenker van het ontwerp is Hugo van Woerden, directeur van uitgeverij Jongbloed. De uitgeverij heeft patent aangevraagd op het concept. Inmiddels is 80 procent van de ingekochte voorraad verkocht en hebben ook de uitgeverijen Kosmos en Ambo/Anthos rechten om de dwarsliggers uit te brengen.
Het boekje is populair. Niet zonder reden, weet Han Vergouwe van uitgeverij Jongbloed. „Als je bij een gewoon boek een bladzijde omdraait, geef je je partner een ram”, houdt hij zijn gehoor voor. „Dat is nu voorbij.”
Maar er is meer. „Dit boekje valt niet meer zo snel dicht”, begint hij zijn opsomming. „Het is makkelijk mee te nemen. De tekst in de dwarsligger blijft goed leesbaar, ondanks de kleine bladzijden. En of je nu op je rug licht, op je linker- of op je rechterzij: het maakt niets uit. Je hoeft niet meer te wisselen van schouder en je kunt er zelfs met één hand in bladeren.”
Schoolboeken
Tijd om te zien wat daarvan waar is. Rondom de dwarsliggertafel verzamelen zich wat enthousiastelingen. Keus genoeg, maar populaire dwarsliggers als die van Kristen Heitzmann verdwijnen in een razend tempo. En dat is een reden om vooraan in de rij te willen staan.
Rebecca Bruining (17) weet een Heitzmann te bemachtigen. Haar vriendin Annemarie Wolters (14) loopt met een jongerendagboek richting haar slaapmatje. Ze is de jongste van het publiek, dat vooral bestaat uit dames. En ze ziet nieuwe perspectieven voor de dwarsligger. „Ze zouden er schoolboeken van moeten maken”, vindt ze. Het vooruitzicht niet meer met kilo’s boeken te hoeven sjouwen lijkt haar wel.
In een mum van tijd heeft iedereen zijn matje en slaapzak neergelegd. Klaas Ronda (18) is met zijn vader Jan meegekomen, „voor het avontuur.” De laatste heeft een plekje in de etalage gezocht met ”Bedrog” van Randy Alcorn.
Dan gaan de spotjes uit en de bedlampjes aan. Gewoel, gesnuif, geritsel en dan stilte. Gevolgd door nog meer gewoel, gesnuif, geritsel en stilte. „Ik moet nog even de juiste houding vinden”, mompelt buurvrouw Karin in het halfdonker.
Overal schijnen kleine lichtjes door de spookachtig blauwe duisternis. De boekhandel is veranderd in een leespaleis. J. K. Rowlings, McCheyne, Francine Rivers: hun geesteskinderen blijven deze nacht niet verstoken van menselijk gezelschap. De lezers liggen tot onder het bureau in het kantoor, om de hoek van de wc’s en in het doodlopende weggetje van de filosofie.
Zelf heb ik een plekje bemachtigd in de deuropening van het kantoor. „Dit is een goede uitvinding”, vinden mijn twee overbuurvrouwen, wier gezichten in het donker onherkenbaar zijn. „We zijn goed te spreken. Schrijf dat maar in die krant van je.”
Inderdaad is het gewicht van het boek ideaal. En niks geen gedraai met schouders of boek als je een bladzijde moet omslaan. De tekst blijft goed leesbaar, omdat de tekst niet van links naar rechts, maar van boven naar beneden loopt. De bladzijden omdraaien blijkt iets minder handig: ze zijn zo dun, dat ze aan elkaar blijven plakken.
Mijn buurvrouwen zijn ook kritisch. „We hebben een nadeel”, roepen ze me blij toe. „Als je je boek dicht laat vallen, is het lastig de bladzijde waar je was terug te vinden.”
Ze hebben een punt: Met bladzijden die zo dun zijn is het lastig zoeken naar de juiste pagina; lastiger dan bij een gewoon boek.
Het wordt stil in de boekwinkel. Hier en daar worden bedlampjes uitgeknipt. Langzaam, langzaam vallen mijn ogen dicht. En dan moet gezegd worden: Nog nooit was in slaap vallen met een boek in je hand zo eenvoudig. Niks geen beknelde duim. Niks geen bladzijden die prikken in je neus. Niks geen harde plof als het boek uit je bed valt, op de grond. Als de lezer sluimert, sluimert het boek gewoon mee.
Kritiek
Of we zouden kiezen voor een gewoon boek of een dwarsligger, is een van de vragen op het testformulier dat we de volgende ochtend moeten invullen. Frits Moonen (20): „Ik zou het zelf niet nemen. Het is klein en priegelig. En het leest niet zo snel als een groot boek, omdat je veel vaker een bladzijde om moet slaan.”
Ik ben het met hem eens. Doe mij maar een gewoon boek; veel mooier en lekker stevig. Of is dit de roep van de traditie die in mij spreekt? De dwarsligger is immers lichter dan lichter dan licht, handzaam en ideaal qua formaat? Dat laatste zorgt er bovendien voor dat hij kan concurreren met de e-reader, een even klein apparaat waarmee je digitaal boeken kunt lezen en die volgens trendwatchers dé bedreiging voor het boek is.
En toch: voor mij is er meer nodig dan een handzaam formaat om me van mijn oude, trouwe boeken af te helpen. En niet alleen voor mij: van de 28 testers zijn er 13 traditiegetrouw, tegen 12 dwarsliggers.
Bij de vraag of we de dwarsligger zouden kiezen voor op reis, valt de uitslag positiever uit: 24 keer tegenover 3 keer gewoon boek.
Of Vergouwe denkt dat veel mensen de dwarsligger zullen kopen? „We verwachten dat het het gewone boek zal vervangen. De reacties zijn tot nu toe zo positief dat we zeggen: deze vernieuwing kan niet fout gaan.”
Of, om het nog een keer met dominee Oldenhuis te zeggen:
„Al wie nu nog ooit in zijn bed ligt te woelen
geplaagd door de stress met gedachten zo zwaar
die hoeft nu nooit meer ellendig te voelen
Eén greep naar opzij: en de dwarsligger is daar!”