Vriendelijkste brief van Paulus
Na een hele serie studies over de tien geboden, over de Schrift en de geloofsleer, is drs. R. van Kooten nu kennelijk bezig met een serie boeken over de brieven van Paulus. Hij is daarbij achteraan begonnen: er zijn in ieder geval al boeken over de laatste brief en over de kleinste brief. Nu ligt er dan een boek over de vriendelijkste brief van Paulus: de Filippensenbrief.
Men zou de vraag kunnen stellen of een boek als dit nog iets nieuws te bieden heeft naast alles wat in de loop der jaren op dit gebied al verschenen is. Te denken valt aan de werken van Matthew Henry, die nog altijd geraadpleegd worden, aan tal van wetenschappelijke commentaren, aan de waardevolle serie van ds. C. den Boer.Toch heeft ds. Van Kootens verklaring van de brief aan de Filippensen iets heel eigens. De schrijver behandelt dit betrekkelijk kleine briefje, dat slechts vier hoofdstukken bevat, in een boek met 45 hoofdstukken die in totaal 326 bladzijden beslaan. Nauwkeurig wordt de brief gelezen: woord voor woord en zin na zin. Dat wat de auteur al luisterend vindt, brengt hij naar de lezer toe, die wordt opgeroepen om mee te luisteren en mee te kijken en de boodschap te horen die heel concreet wil landen in de leefwereld van de lezers. Het is daarbij duidelijk dat de schrijver vooral oog heeft voor de jongere lezers, die hij stap voor stap mee wil nemen door deze rijke en praktische brief vol lessen voor het geestelijke leven, midden in de werkelijkheid van vandaag. Maar ook ouderen worden aangesproken en ontvangen onderwijs uit de Schriften. Dat alles gebeurt in de taal van vandaag, begrijpelijk voor gewone mensen, en op een manier die duidelijk maakt dat de schrijver de Heere kent, de Schriften kent, maar ook de tijd kent waarin wij leven.
Mensen van de eenentwintigste eeuw, die in deze tijd vragen: ”Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast”, vinden hier een betrouwbare gids, die een weg wijst en tegelijk stof tot meditatie biedt.
Al lezende krijg je zin om gedeelten voor te lezen. Ik beperk me tot één stukje, onderdeel van de uitleg van Filippensen 1: 27, dat mijns inziens typerend is voor dit boek. „Leven als hemelburgers betekent leven waardig het Evangelie van Christus. Het betekent leven in overeenstemming met het Evangelie van Christus. Dit Evangelie moet heel jullie levenshouding en levenswandel bepalen.
Dit stelt ons als eerste de vraag: ben jij een christen? Heb je deel aan de Heere Jezus Christus? Heb je deel aan Zijn zalving? Zo formuleert de Catechismus dat op de vraag’”Waarom wordt u een christen genoemd?”Als wij Christus niet kennen, niet aangenomen hebben uit de handen van de Vader, dan zijn wij geen christen. We zijn kerkelijk, we hebben misschien wel enige waarden en normen, maar we zijn geen christen. We zijn dan nog kind van de toorn en als we sterven zijn we eeuwig verloren! We kennen misschien het Evangelie, maar het is geen evangelie, blijde boodschap vanuit de hemel voor ons geworden.
Paulus spreekt nu echter de christenen aan. Jullie zijn van dood levend gemaakt. Jullie zijn van wereldburger hemelburger geworden. Leef en handel dan vanuit dit burgerschap. Hoe leef jij? Zien en weten je collega’s, je familie, je buren dat je leven bepaald wordt door het Evangelie?”
Praktische en zeer persoonlijke vragen aan het eind van elk hoofdstuk maken dit boek over de brief aan de Filippensen –inderdaad de vriendelijkste brief van Paulus– geschikt voor zowel persoonlijke meditatie als gezamenlijke bespreking in een gesprekskring.
N.a.v. ”De vriendelijkste brief. De brief aan de Filippensen”, door drs. R. van Kooten; uitg. Groen, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 5829 791 4; 326 blz.; € 17,50.
