Werp dam op tegen vijanddenken
Reformatorische en islamitische jongeren in de gemeente Ede staan met de rug naar elkaar toe. Kan de christelijke gemeenschap hier een positieve wending teweegbrengen? Edward de Kam en Marco Valster doen een voorzet.
Uit het rapport ”Eigenheid of eigenzinnigheid” van onderzoeksinstituut IVA in opdracht van de gemeente Ede blijkt dat refojongeren en Marokkaanse jongeren in Ede en omstreken een aantal dingen gemeenschappelijk hebben. Ze integreren niet makkelijk, beleven het geloof op een orthodoxe manier en polariseren daardoor sterk.Youth for Christ verzorgt in vier Edese wijken, waaronder Veldhuizen, The Mall jongerenwelzijnswerk. Onze jongerenwerkers en vrijwilligers spelen Pannavoetbal, een vorm van straatvoetbal in kleine groepjes, met jongeren van acht tot twintig jaar.
Als we het rapport naast ons werk leggen, valt op dat Marokkaanse jongeren uit Veldhuizen in hun wijk handelen vanuit hun Marokkaanse identiteit. Als onze jongerenwerkers diezelfde jongeren op school tegenkomen, zijn ze daar veel minder mee bezig.
De tweede groep, jongeren uit het buitengebied, heeft relatief weinig met de Marokkaanse bevolking in Ede te maken. Ze komen elkaar (om geografische redenen) weinig tegen. De verhalen die hun beeldvorming over Marokkanen bepalen zijn vaak uit tweede of derde hand.
Respect
Als jongeren elkaar niet kennen, ontwikkelen ze gemakkelijk vooroordelen. Door het spelen van Pannavoetbal werkt YfC stap voor stap toe naar een situatie waarin jongeren elkaar leren kennen en begrijpen. In het begin laten we jongeren uit verschillende culturen met eigen teams tegen elkaar spelen. Na verloop van tijd leren we de jongeren ook in gemengde teams te spelen. Door samen te spelen, leren jongeren elkaar kennen en ontstaat er begrip en vriendschap.
De problemen die in Ede voorkomen, zijn overigens niet uniek. In bijna alle (middel)grote plaatsen waar YfC werkt, zijn dit soort spanningen wel eens voelbaar. Kun je daar als christelijke gemeenschap een positief geluid laten horen?
Om dat te bewerkstellingen organiseren we in verschillende jongerencentra cultuuravonden, waar jongeren kennis kunnen maken met elkaars cultuur en religie. Doordat jongeren andere culturen en religies leren begrijpen, krijgen ze respect voor jongeren die anders geloven dan zijzelf. Bovendien leren jongeren zo verwoorden wat ze zelf geloven. Ze ontdekken essentiële geloofsverschillen, maar zien ook dat er raakvlakken zijn tussen de islam en het christelijk geloof.
Dat er raakvlakken zijn tussen beide religies, zie je bijvoorbeeld in een aantal waarden en normen. In Arnhem vertelden ouders van moslimjongeren dat ze zich ergerden aan de wijze waarop jonge vrouwen in de reclame en op televisie worden neergezet als lustobject. Een ergernis die christelijke ouders, zeker van reformatorische komaf, zullen herkennen.
Vredestichters
Zo zijn er meerdere gedeelde waarden die als basis kunnen dienen voor gezamenlijke activiteiten. „Op school werken we samen met moslimdocenten”, vertelt Helmine de Graaf, teamleider van YfC The Mall in Utrecht, waar op school en op straat veel met moslimjongeren wordt gewerkt. „We hebben vaak dezelfde visie op waarden en normen. Het is duidelijk dat er geloofsverschillen zijn, maar daar kunnen we over praten.”
Waar mogelijk kunnen we samenwerken, maar ook als de geloofsverschillen te groot zijn, geldt altijd nog de Bijbelse opdracht om vredestichters te zijn. Kerken kunnen hier een rol in spelen door een dam op te werpen tegen vijanddenken. Maar hoe? Als Christus zegt: „Heb uw naaste lief als uzelf” gaat dat niet over mensen met wie je van nature makkelijk samenleeft. De uitdaging is juist om te houden van de naaste die anders eet, zich anders kleedt en anders gelooft.
De taak van de kerk en van christelijke organisaties is overigens breder dan alleen een dam opwerpen tegen vijanddenken. Het zou goed zijn als christenen zich bewust zijn van hun opdracht om als zoutend zout in de samenleving aanwezig te zijn. Juist door dingen samen te doen, ontstaan respect en waardering.
Smaakmaker
In Ede gebeurt dat heel praktisch. In vier wijken steunen kerken (variërend van evangelisch tot de Protestantse Kerk in Nederland) het Pannavoetbal van YfC The Mall. Ze financieren een deel en leveren vrijwilligers die mee voetballen. Zo komt de kerk dicht bij andere culturen en ontdekken jongeren door de houding van vrijwilligers iets van Gods Koninkrijk.
Veel reformatorisch kerken hebben echter de neiging om naar binnen gericht te raken. Als het zout zich opsluit in het zoutvat, verliest het echter zijn functie. Het zout kan alleen zijn functie als smaakmaker vervullen als het uit het vat komt. Als de kerk naar buiten komt, ontstaat er ruimte om de ander te ontmoeten.
Dan kunnen we zelfs van elkaar leren. Jongerenwerkers vertellen bijvoorbeeld regelmatig dat ze van moslims leren wat gemeenschapszin is en dat ze onder de indruk zijn van hun toewijding aan gebed. Dat geldt ook voor jongeren. Als wij ze leren om samen te voetballen en elkaar te leren kennen, hebben ze geen behoefte aan agressieve confrontatie, maar ontwikkelen respect en ruimte om buren of zelfs vrienden te zijn.
De auteurs zijn respectievelijk directeur Youth for Christ Nederland en teamleider van YfC The Mall Ede.