Remkes onder vuur burgemeesters
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken krijgt forse kritiek van het Genootschap van Burgemeesters (NGB).
De bewindsman heeft vier gemeenten opdracht gegeven de benoemingsprocedure voor een nieuwe burgemeester opnieuw te doen. Hij was het er niet mee eens dat de gemeenteraden één in plaats van de vereiste twee kandidaten bij hem hadden voorgedragen.
De organisatie van burgemeesters is verontwaardigd, omdat Remkes van tevoren zou hebben aangegeven geen moeite te hebben met een enkelvoudige voordracht. „Men kan niet vijf minuten voor het einde van de wedstrijd de spelregels veranderen”, heeft voorzitter burgemeester Pop van Haarlem in een boze brief geschreven. Pop is ernstig bezorgd over de praktische gang van zaken en vindt dat die de belangen van de sollicitanten en de gemeenteraden schaadt.
Volgens het genootschap is het curieus wat nu gebeurt, omdat volgens de wet in bijzondere gevallen een enkelvoudige aanbeveling wel voldoet. Sinds 2001 moeten gemeenteraden twee kandidaten bij de minister aanmelden die dan in principe kiest voor de nummer één, tenzij er ernstige bezwaren tegen die persoon zijn.
Ook herhaalt het genootschap zijn kritiek op de openbaarheid van de aanbeveling. Degene die op nummer twee staat, is niet goed af en het kan hem of haar in de weg staan bij een volgende sollicitatie. Daardoor kan het burgemeesters ervan weerhouden te solliciteren.
Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt zich zorgen over de gang van zaken. Er ligt inmiddels een wetsvoorstel bij de Raad van State om het onderdeel openbaarheid te schrappen.
Tot die tijd wil Remkes vasthouden aan de wettelijke procedures, aldus de woordvoerder van de minister. Volgens hem is het onzin dat Remkes geen probleem maakt van enkelvoudige voordracht, omdat „hij juist altijd zegt te hechten aan de concrete uitvoering”. Enkelvoudige aanbeveling kan volgens de regels alleen bij overmacht, als de tweede kandidaat zich uit eigen beweging terugtrekt om bepaalde redenen.
Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken bekijkt de minister elke gemeente altijd als afzonderlijke gevallen. „Maar de rode draad bij deze gemeenten is dat zij kandidaten zelf voortijdig afvoeren. En daarmee gebruiken zij de overmachtssituatie onheus”, aldus de woordvoerder.