Opinie

Topinkomen ondermijnt de economie

Buitensporige beloningen zijn funest voor de motivatie van andere werknemers in een organisatie, stelt prof. dr. Rick van der Ploeg. Topinkomens moeten daarom ingeperkt worden.

14 September 2009 10:23Gewijzigd op 14 November 2020 08:39
„Volgens econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen (1903-1994) mogen de hoogst betaalden niet meer verdienen dan vijf keer het loon van de laagst betaalden in een organisatie.” Foto ANP
„Volgens econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen (1903-1994) mogen de hoogst betaalden niet meer verdienen dan vijf keer het loon van de laagst betaalden in een organisatie.” Foto ANP

”Geld maakt niet gelukkig”. ”Het is beter te geven dan te nemen”. ”Het enige wat ze niet van je kunnen afpakken, is een goede opleiding”. We hadden zat geld thuis, maar dit soort protestantse wijsheden van mijn ouders draagt nog steeds bij aan mijn geluk. Want het geluk zit niet in het hebben van de laatste Maserati, maar in wat je kunt betekenen voor anderen. En dat je elke dag de kans kunt grijpen om iets te leren of te begrijpen en door iets geraakt te worden.De Nederlandse winnaar van de Nobelprijs voor ­economie (1969), Jan Tinbergen, is bekend om zijn baanbrekende ontwikkeling van de econometrie, maar ook vanwege zijn studies naar ongelijkheid. Hij zag dat door technologische ontwikkelingen de lager geschoolden steeds minder aan het werk komen en minder verdienen, terwijl hoger opgeleiden ervan profiteren.

De koninklijke weg naar een meer gelijke inkomensverdeling is daarom onderwijs. Door expansie van het aantal hoog­opgeleiden dalen hun verdiensten en wordt de ongelijkheid minder. Dat remt economische prikkels veel minder dan achteraf inkomensverschillen wegpoetsen met progressieve belastingen en subsidies voor lagere inkomens.

Ondanks ongekende expansie van hoger opgeleiden in westerse landen heeft het aanbod de vraag naar hoger opgeleiden niet kunnen bijbenen. Dat heeft alles te maken met razendsnelle technologische ontwikkelingen en globalisering. Maar ook met de steeds meer ingewikkelde en dus minder transparante manieren van zakendoen, vooral in de financiële wereld, waardoor gewone burgers voor de gek worden gehouden en er torenhoge salarissen en bonussen worden verdiend.

Mensen met een schaars talent dat wereldwijd te gelde valt te maken en met de ambitie om grof geld te verdienen, krijgen daarom bakken met geld. Vaak heeft dat niets met talent te maken, maar met mazzel dat het toevallig goed gaat met je bedrijf. Later blijkt dan vaak dat die managers het niet altijd goed blijven doen.

Balkenendenorm

Jan Tinbergen stelde dat de hoogst betaalden niet meer mochten verdienen dan vijf keer het loon van de laagst betaalden in een organisatie. Deze norm laat genoeg ruimte om mensen te compenseren die vuil, onprettig werk doen of op onregelmatige tijden of ’s nachts werken. Maar Tinbergen vond vooral dat het contraproductief is voor het goed functioneren van de organisatie als de top meer betaald krijgt dan deze norm. Zeg dat de laagst betaalden 20 procent meer verdienen dan het wettelijk minimumloon, ongeveer 20.000 euro bruto per jaar, dan mag de top niet meer dan een ton verdienen. Dat is nog altijd 30 procent minder dan de Balkenendenorm (het salaris van de premier).

Hoe kan een manager zijn werknemers motiveren hard te werken of de lonen te matigen om de concurrentie te lijf te gaan, als hij twintig keer zo veel verdient? Een organisatie dankt haar succes aan teamwork, maar teamwork wordt door scheve inkomensverhoudingen binnen de organisatie ondermijnd. Als de productiviteit van de besten geprikkeld wordt door extreem hoge prestatiebeloningen, dan schaadt dat de intrinsieke motivatie om dingen voor de organisatie te doen. Maar het loopt pas echt de spuigaten uit als er schandalig veel wordt verdiend in organisaties die gefinancierd worden met publieke middelen.

Toch zijn er duizenden in de semipublieke sector die meer verdienen dan de premier. Er is echter geen reden waarom de president van De Nederlandsche Bank, de voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, de voorzitter van een universiteit, ziekenhuis, woningcorporatie of een presentator van de publieke omroep buitensporig veel meer moet verdienen dan de minister-president. Ze lopen immers veel minder afbreukrisico dan de premier of een baas van een bedrijf dat in de markt moet overleven.

Financiële wereld

En wat te denken van de gigantische salarissen die betaald worden in de financiële wereld. Dat oud-minister Wijn en vriend van minister Bos bij een ‘staatsbedrijf’ als ABN AMRO 6 ton verdient, is bizar en niet te rechtvaardigen, en zeker niet door zijn goede contacten in het Haagse. Hopelijk is Bos samen met zijn Europese collega’s succesvol in het aan banden leggen van bonussen in de financiële wereld. Overheden hebben immers wereldwijd 5000 miljard dollar gepompt in het redden van het financiële stelsel.

Maar het gaat niet alleen om de hoogte van bonussen. Managers moeten ook inleveren als ze er een wanboel van maken en beloningen moeten worden gekoppeld aan langetermijn­resultaten. En het gaat om meer transparantie en meer publieke verantwoording van degenen die menen recht te hebben op torenhoge salarissen. Er is nog een lange weg te gaan voordat recht wordt gedaan aan de ethiek van Tinbergen.

De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdan en de universiteit van Oxford. Dit artikel is overgenomen van www.mejudice.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer