„Godsdiensten meer divers dan gedacht”
Zijn alle religies in wezen gelijk? Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw maakt het zogenaamde „religieus pluralisme” zich breed in kerk en theologie: alle religies spreken over dezelfde God en zijn wegen naar hetzelfde heil. Dr. Heleen Maat (1968) zet uiteen in een proefschrift dat de vooronderstellingen van religieus pluralisme „zeer problematisch” zijn.
Proefschrift Heleen Maat legt zwakheid religieus pluralisme bloot„Religies worden met een vooringenomen idee van eenheid bekeken”, stelt Maat. „In de huidige kerk en oecumene is er juist meer zicht op het verschil gekomen.”
In haar (Engelstalige) proefschrift ”Religieuze diversiteit, verstaanbaarheid en waarheid” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer), waarop ze vandaag aan de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht promoveert, beschrijft ze de opvattingen van Angelsaksische theologen en godsdienstfilosofen John Hick, Paul Knitter, David J. Krieger en Wilfred C. Smith. Het zijn allen aanhangers van het religieus pluralisme, evenwel vanuit verschillende invalshoeken. John Hick stelt dat de wereldreligies alle gericht zijn op één transcendente (bovennatuurlijke) werkelijkheid. Religies zijn voor hem alternatieve verlossingswegen naar redding, bevrijding en levensvervulling. Paul Knitter stelt dat alle religies niet zijn gericht op een transcendente werkelijkheid, maar op een ethisch ideaal van rechtvaardigheid en bevrijding. De verlichting van lijden waarmee elke mens geconfronteerd wordt, neemt daarbij een centrale plaats in.
David J. Krieger benadrukt dat religies verschillend zijn en dat het onmogelijk is om één uitgangspunt te vinden voor de interreligieuze dialoog. Toch staan alle religies in een continue relatie omdat mensen één en dezelfde wereld delen. De interreligieuze dialoog moet zich vooral richten op de praktijk van het samenleven, het zoeken naar een universele religieuze levensvorm (”global form of life”) waarin elke religie haar plaats kan krijgen.
Wilfred C. Smith beweert ten slotte dat religies zich hebben ontwikkeld in een continue proces van wederkerigheid. Daarom moeten ze worden beschouwd als één geheel. Hij maakt een onderscheidt tussen ”faith” (als een absolute religieuze levenshouding die in elke religie te vinden is) en ”beliefs” (concrete geloofsformuleringen die uitdrukking zijn van hun historische en culturele context).
Universeel
Hoezeer de posities van deze pluralisten onderling verschillen, ze hangen dezelfde vooronderstellingen aan, stelt dr. Maat, predikant van de protestantse kerk te Warffum (Gr.). „De centrale gedachte is dat er een universele rationaliteit is die alle religies terugbrengt tot één vorm. Religies vormen uiteindelijk één geheel, hangend aan één structuur en gericht op één universele werkelijkheid. Mijn verwijt is echter dat religieus pluralisten met een vooringenomen standpunt de religies bekijken. Alles wat niet past in dat systeem, wordt genegeerd of in andere termen geformuleerd, die beter in het systeem passen, zoals Hick dat bijvoorbeeld doet met de christelijke verzoeningsleer.”Het onderzoek is ook een ontdekkingstocht voor de predikante geweest, zegt zij. „Veel aspecten die spelen bij de verscheidenheid tussen religies spelen ook binnen dezelfde geloofstraditie, en zelfs binnen plaatselijke gemeentes. Toen ik mijn werk in de Protestantse Kerk in Nederland begon, stond ik heel naïef tegenover de verschillen in de kerk. Nu zie ik dat het allemaal veel ingewikkelder ligt.”
Oecumene
In de oecumene is het standpunt dat alle religies op hetzelfde neerkomen al geruime tijd verlaten, aldus dr. Maat. „Er is meer zicht gekomen op de verschillen. Voor mij is er geen absolute waarheid. Als predikante uit het midden van de kerk, met eigentijdse theologische opvattingen, voel je soms meer verwantschap met een liberale jood of moslim dan met iemand van je eigen christelijke traditie. En dan vraag ik me wel eens af of we binnen de christelijke traditie nog over dezelfde God spreken.”