Op zoek naar een brede koorklank
Kleinkoor Laetare is een deel van zijn leven geworden. Vijfentwintig jaar geleden begon Johan Timmer uit Woudenberg met het koor. Nog steeds zoekt hij met de leden naar muzikale ontwikkeling en verdieping. „Ik zou graag een mooie, brede koorklank willen realiseren.”
Met een concert voor koor, koorsolisten, orkest en orgel vierde Kleinkoor Laetare zaterdag in de hervormde kerk van Woudenberg zijn 25-jarig jubileum. Op het programma: veel muziek van Bach en tijdgenoten, maar ook van Mendelssohn, Fauré en Dubois. En twee ‘uitschieters’ naar de 21e eeuw: composities van de Engelsman Colin Mawby en de Rotterdammer Dirk Zwart.Het concertprogramma typeert de manier waarop artistiek leider Johan Timmer (60) al 25 jaar bezig is. „Het begint bij mij bij de vroege barok, bij iemand als Schütz. En dan veel 18e-eeuwse muziek, van Bach en Telemann en tijdgenoten. Maar daar stopt het niet. Ik wil graag een eind verder.”
De namen van Grieg en Reger vallen. En het beleidsplan dat Kleinkoor Laetare –de naam betekent ”Verheugt u”– voor de komende jaren heeft opgesteld rept van „een uitbreiding naar Franse en Engelse kerkmuziek”, waarbij componisten als Tomkins, Stanford, Rutter, Dupré en Duruflé worden genoemd.
Timmer: „Daarom staat in hetzelfde beleidsplan dat we een groei willen doormaken van 25 naar ongeveer 35 leden. Zodat we de muziek uit de romantiek en latere perioden kunnen uitvoeren. Je moet zulke muziek niet gaan zingen als je geen brede basis van mannenstemmen hebt.”
Dat laatste is nog niet zo eenvoudig te realiseren. Vrouwen die Laetare willen komen versterken zijn er genoeg; voor hen wordt zelfs een wachtlijst gehanteerd. Maar geschikte mannen vinden, dat blijft een probleem.
Toch is deze groei van het koor, die moet leiden tot een evenwichtig geheel, Timmers droom. „Ik wil heel graag een mooie, brede koorklank realiseren die past bij de muziek van Reger en Mendelssohn, maar ook bij bijvoorbeeld de polyfone muziek van Sweelinck.”
Geen piano
Timmer, in het dagelijks leven muziekdocent aan het Van Lodenstein College, locatie Witsius in Barneveld, kreeg de liefde voor muziek van huis uit mee. In de hervormde pastorie van Huizen mocht dan weliswaar geen piano naar binnen, voor het orgel en voor vocale muziek was alle ruimte.
„Mijn moeder zong als sopraan. Door haar kwamen de bundel ”Geistliche Lieder und Arien” en de partituur van de Matthäus Passion van Bach binnen. Of de muziek van het Jo Vincent Kwartet.”
Johan kreeg orgelles, ging in Elburg naar concerten van Feike Asma en Piet van Egmond, en was vanaf z’n 20e kerkorganist. Dat laatste is hij nog steeds. Eerst diende hij jarenlang de hervormde gemeente van Woudenberg, later de hersteld hervormde gemeente. Nu speelt hij met enige regelmaat in Huizen en Doorn een dienst.
Intussen kreeg Timmer er oog voor dat er meer is dan het orgel. Hij ging bij de Bond van Zangverenigingen der Gereformeerde Gemeenten de tweejarige cursus koordirectie volgen. Met het koor Opent uwen mond uit Scherpenzeel, dat hij toen leidde, voerde hij z’n eindopdracht uit.
Timmer had de smaak te pakken. Hij stopte in Scherpenzeel en werkte vervolgens met Wilke Dekker uit Lunteren aan een nieuw plan: het oprichten van een kleinkoor.
„Met een klein ensemble ben je flexibel en studeer je snel. Een kleinkoor zit eigenlijk tussen een gemengd koor en een oratoriumvereniging in. Een kamerkoor wilden we het niet noemen, dat klinkt zo exclusief.”
Het koor begon in 1984 met zestien mensen. Het aantal groeide door tot 25. Na een hoogtepunt in 1999, de opname van een cd, raakte Laetare echter in een dal. „De vereniging bestond nog, maar het koor was op sterven na dood.”
Toch wist Timmer met een paar mensen een doorstart te maken. Momenteel telt het kleinkoor 26 leden. „Een hechte groep, die ook heel jong is. Samen hebben we een groei in muzikaliteit doorgemaakt.”
Verstaanbaar
Jaarlijks verzorgt Kleinkoor Laetare twee uitvoeringen, op Open Monumentendag en met Kerst. Het publiek dat afkomt op de concerten bestaat grotendeels uit „echte muziekliefhebbers”, zegt Timmer. „Maar onze doelgroep is breder. We willen graag zo veel mogelijk mensen in aanraking brengen met de muziek die we uitvoeren. Het is mooi als je ze dan ook ontvankelijk kunt maken voor wat meer hedendaagse muziek, zoals van Dirk Zwart of John Rutter.”
Daarbij wil Timmer graag verstaanbaar zijn voor z’n publiek. „Je zoekt naar herkenbaarheid. Je hebt een boodschap, en die moet overkomen.” Dat begint bij de koorleden. „Zij moeten uitstralen wat ze zingen. Daarom probeer ik altijd met hen te ontdekken wat de componist heeft bedoeld. Als dat bij hen overkomt, kunnen ze het gaan doorgeven aan het publiek.”
Uiteindelijk gaat het erom dat de tekst blijft hangen bij het publiek, zegt Timmer. „Daarom vind ik composities waarin gewoon een Bijbeltekst tot klinken komt, het mooist. Bijvoorbeeld ”Befiehl dem Herrn deine Wege und hoffe auf ihn; er wird’s wohl machen!” van de 18e-eeuwer Liebhold. Zo’n compositie, met de letterlijke tekst van Psalm 37, heeft uit zichzelf een grote zeggingskracht. Daar hoef je niets aan toe te voegen.”
Coram Deo
Kleinkoor Laetare heeft in juni in de Andrieskerk van Amerongen een cd opgenomen. De opname, onder de titel ”Coram Deo” (voor Gods aangezicht), is zaterdag in Woudenberg gepresenteerd.
Aan de opname heeft naast het kleinkoor ook een gelegenheidsorkest meegewerkt. Leander van der Steen speelt piano, Wout van Andel orgel.
Naast elf nummers met Duitse kerkmuziek van Erlebach, Liebhold, de familie Bach, Telemann, Krebs, Homilius en Mendelssohn, klinken composities van Fauré (”Cantique de Jean Racine”), Dubois (”Adoramus Te, Christe”), Dirk Zwart (Psalm 25) en Mawby (”The Lord is my Shepherd”).
N.a.v. ”Coram Deo – Kleinkoor Laetare”; Chapelle (CCD 9001); € 19,95; bestellen: kleinkoorlaetare.nl.