Als zij aangeven deze afspraak niet na te komen, grijpt Rouvoet in. Amsterdam en Rotterdam krijgen dan opdracht van de minister dit alsnog te doen. Dat staat in een brief die Rouvoet maandag naar de Tweede Kamer stuurt.Ingrijpen bij stadsregio’s of provincies door de minister geldt als een zwaar middel. Maar Rouvoet geeft aan dat uit gesprekken met de provincies en drie stadsregio’s, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de jeugdzorg, is gebleken dat de wachtlijsten aan het eind van dit jaar niet overal weg zijn als er geen schepje bovenop gedaan wordt. Uit de laatste cijfers is gebleken dat de wachtlijsten over de hele linie licht groeiden, terwijl ze juist sterk zouden moeten dalen om op nul uit te komen.

In tien provincies gaat het wel lukken om geen enkele jongere langer dan negen weken op jeugdzorg te laten wachten, hebben deze aangegeven. Gelderland en Noord–Brabant hebben Rouvoet laten weten hun best te doen, maar dit niet te kunnen garanderen. Dit komt doordat zich meer jongeren voor jeugdzorg hebben gemeld dan was aangenomen. Zuid–Holland kent ook een sterkere groei dan geraamd en zegt de extra jongeren die zich meldden niet op tijd te kunnen helpen.

Rouvoet wil daarom dat provincies elkaar de hand gaan toesteken. Provincies waar de behoefte aan jeugdzorg sterker is gegroeid, zouden jongeren kunnen plaatsen bij instellingen in provincies die ruimte over hebben. Rouvoet heeft 115 miljoen extra in de jeugdzorg gestoken om de wachtlijsten weg te werken, en ook de provincies hebben daar tientallen miljoenen in gestoken. De minister denkt dat dit geld nog beter benut kan worden.

In de stadsregio’s Amsterdam en Rotterdam doen naar verwachtingen niet meer jongeren dan verwacht een beroep op jeugdzorg. Toch hebben zij Rouvoet niet duidelijk kunnen maken of ze de afspraken na kunnen komen. De minister pikt dit niet en wil binnen drie weken duidelijkheid. Hij gaat er nog steeds vanuit dat in het hele land wachtlijsten binnen enkele maanden kunnen verdwijnen.

Amsterdam kan weinig met de waarschuwing van minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin dat de stad binnen drie weken duidelijk moet maken of het zal lukken de wachtlijsten in de jeugdzorg voor het einde van dit jaar weg te werken.
„Het lijkt ons beter dat we samen zoeken naar een oplossing van het probleem dan dat we ons verliezen in een cijfertjesdiscussie en spierballentaal”, zo reageerde de Amsterdame wethouder Lodewijk Asscher (jeugd) maandag. Hij nodigde Rouvoet uit eens te komen kijken.

Volgens de wethouder lukt het Amsterdam met name niet om tijdig het aantal beschikbare pleeggezinnen te vergroten. „Dat regel je niet even vanachter een bureau”. Ook kan op korte termijn het aantal beschikbare plekken in een tehuis of instituut niet omhoog. Wat betreft het aantal kinderen dat wordt geholpen en de wachtlijsten bij de ambulante zorg komt Amsterdam de afspraken wel na.
Rouvoet dreigt niet alleen in te grijpen bij Amsterdam maar ook bij Rotterdam als ze de afspraken niet nakomen, liet hij maandag aan de Tweede Kamer weten.

„Het lijkt ons beter dat we samen zoeken naar een oplossing van het probleem dan dat we ons verliezen in een cijfertjesdiscussie en spierballentaal”, zo reageerde de Amsterdamse PvdA–wethouder Lodewijk Asscher (jeugd) maandag. Zijn Rotterdamse collega Peter Lamers (CDA) sloot zich daarbij aan. „De inzet is dat we kinderen duurzaam willen helpen. Het gaat ons niet om de cijfertjes”. Beide wethouders nodigen Rouvoet uit eens te komen kijken.