Tweeërlei
„Tweeërlei huis, op de steenrots en op de zandgrond gebouwd.”Mattheüs 7:24-27
Hier wilde de Heiland als een getrouw leraar, voor het laatst, de hele schare op de berg onderricht geven over wie de rechte toehoorders van Zijn hemelse leer zijn. Het zijn de daders van Zijn woorden en niet die alleen maar horen. Daarom moest deze laatste gelijkenis tot een waarschuwing dienen.Jezus sprak in deze gelijkenis tot opheldering over tweeërlei bouwers, van een voorzichtige en een dwaze man. Hij sprak van een die op een steenrots bouwde en van een ander die op een zandgrond bouwde. Dan komen de dagen van de beproeving, waarin hun geloof en belijdenis op de proef zal worden gesteld. Daardoor zal blijken of het huis van hun hoop op de zaligheid zal vallen.
Het is waar: elk wil nog wel zalig worden, hoe goddeloos hij ook leeft. Het geweten ontwaakt nu en dan wel eens met een vlugge wens als bij Bileam „Och, dat mijn ziel sterve de dood des oprechten.” Men wil met de oprechte nog wel sterven, maar niet met de oprechte leven, zo gespeend van de wereld. De minste van onze belijders hebben geen lust om hier met vreze en beven aan dit huis te bouwen. In tegendeel, ze hebben er een grote weerzin tegen.
Johannes Barueth,predikant te Dordrecht
(”De predikende en wonderdoende Christus,” 1752)