Jeugdarts helpt tegen ziekteverzuim
BREDA (ANP) - De Bredase scholengemeenschap Tessenderlandt heeft het ziekteverzuim van haar leerlingen in een jaar tijd met twee derde zien dalen. De school doet mee met een proefproject van de GGD; leerlingen die vaak wegblijven, komen in contact met een jeugdarts.
„De jeugdarts heeft ons een zorg uit handen genomen”, zei Annemarie Nieuwenhuijse, coördinator op het Tessenderlandt, zondag.De inzet van GGD-jeugdartsen op scholen is per gemeente anders geregeld. Zo geeft de GGD in de ene plaats één keer in de loopbaan van een scholier een vragenlijst, waarna kinderen die problemen hebben op bezoek gaan bij de jeugdarts. In de andere stad gaan kinderen die structureel verzuimen één keer allemaal afzonderlijk op consult.
De pilot op het Tessenderlandt loopt sinds 2006. De school bekijkt hoe het contact met de jeugdarts het beste kan worden uitgebreid. Leerlingen die zich opvallend vaak ziekmelden, komen via hun school in contact met de GGD-arts. De arts kan het kind direct helpen, of doorsturen naar bijvoorbeeld een huisarts of een psycholoog.
„Je moet de jeugdarts zien als een arbo-arts. Hij is een onafhankelijke partij die in gesprek gaat met de leerlingen om te kijken wat er aan de hand is”, zei GGD-jeugdarts Yvonne Vanneste, die de kinderen op het Tessenderlandt begeleidt.
Vanneste kreeg in het eerste jaar 66 leerlingen én hun ouders op consult. Het overgrote deel had geen ernstige problemen. Bij een derde van de scholieren was meer aan de hand. „De meesten hebben problemen thuis, of ze hebben bijvoorbeeld last van lichamelijke klachten”.
„Ziekteverzuim is in de meeste gevallen een signaal”, vervolgde de GGD-arts. Zo melden meisjes uit de derde klas zich vaak ziek als er problemen zijn op psychosociaal gebied. In ongeveer de helft van de gevallen hebben de leerlingen ook daadwerkelijk lichamelijke klachten.
Hebben scholen niet juist al genoeg aan hun hoofd, wat betreft opvoedkundige en didactische taken, om ook nog eens veel te moeten investeren in het contact met de GGD? „Deze hulp is juist een enorme ontlasting”, aldus Nieuwenhuijse. Als het aan de school ligt, blijft de inzet van de jeugdarts behouden.