Premier Jens Stoltenberg leidt de sociaaldemocratische Arbeiderspartij, die met twee andere partijen een regeringscoalitie vormt. Hij hamert vooral op zijn succes in de strijd tegen de economische malaise. Noorwegen is nauwelijks geraakt door de wereldwijde teruggang van de economie en het land heeft een van de laagste werkloosheidscijfers van Europa.Dat komt doordat de regering heeft geput uit de enorme olieopbrengsten. Noorwegen, een van de grootste aardolieproductenten ter wereld, heeft de afgelopen jaren honderden miljarden euro’s opzijgezet voor moeilijker tijden.

Dat geld zou structureel in de Noorse samenleving moeten worden geïnvesteerd, betogen de vier centrumrechtse oppositiepartijen in het land. Ze wijzen onder meer op de lange wachtlijsten in de gezondheidszorg en de slechte staat van de bejaardenzorg, en pleiten voor belastingverlaging. Die boodschap slaat aan. De vier partijen samen hebben in de peilingen constant meer dan de helft van de kiezers achter zich.

Toch is het maar de vraag of ze een regering kunnen vormen. De meest rechtse van de vier partijen, de Vooruitgangspartij, wil een strenger immigratiebeleid. Dit is tegen het zere been van de Liberale Partij en de Christelijke Volkspartij, die al hebben aangegeven dat ze onder geen beding met de Vooruitgangspartij willen samenwerken.

Een nieuwe centrumrechtse coalitie wordt dus een zware bevalling. Als de rechtse partijen er niet in slagen een regering te vormen, gaan de centrumlinkse partijen onder leiding van Stoltenberg waarschijnlijk verder als minderheidsregering.