De Nederlandse militairen zouden daardoor minder kwetsbaar zijn voor bermbommen en antitankwapens. Bovendien zouden ze minder afhankelijk zijn van luchtsteun.De Nederlandse gevechtseenheden zijn volgens Van den Aker in militaire termen ‘licht’ uitgerust: luchtmobiele en gemotoriseerde infanterie en een pansterinfanteriecompagnie uitgerust met een licht kanon. De troepen zijn daardoor nogal kwetsbaar. De afgelopen week nog kwamen twee Nederlandse militairen in Afghanistan om.

Zware gepantserde middelen zoals tanks hebben volgens Van den Aker een grote vuurkracht en nauwkeurige sensoren voor doelbepaling. Bovendien beschermen ze tegen berm­bommen en antitankwapens.

De Nederlandse eenheden kunnen met zwaardere middelen hun eigen troepen ontzetten, nieuw veroverd gebied beheersen of overgaan tot een gevechtsactie. Het psychologische effect op de tegenstander van zware eenheden met tanks moet niet worden onderschat, zo betoogt de auteur van het artikel.

In Uruzgan doet zich volgens Van den Aker regelmatig de situatie voor dat het 25 millimeter kanon van het YPR-pantservoertuig niet toereikend is en dat in het nauw gedreven troepen om luchtsteun moeten vragen. Dat leidt soms tot onnodige nevenschade. De inzet van tanks met uitstekende sensoren en directgerichte precisiewapens voor de lange afstand kan dat voorkomen, meent de universitair hoofddocent. „Niet voor niets zetten de Canadezen in Kandahar tanks in ter ondersteuning van hun infanterie.”

De inzet van zwaardere eenheden op de grond zou bovendien de druk op schaarse luchtsteunmiddelen, zoals helikopters en jachtvliegtuigen, verlichten.

Een woordvoerster van het ministerie zegt dat Nederland juist bewust heeft gekozen voor de inzet van lichtere eenheden, omdat tanks te dreigend overkomen bij de lokale bevolking. „Tanks zijn leuk voor de bestrijding van de taliban, maar funest voor het winnen van de zogeheten ”hearts and minds” van de Afghanen.”