De overblijfselen van het gebedshuis, een van de oudste waarvan resten zijn aangetroffen, werden in Migdal opgegraven. Dat is de geboorteplaats van Maria Magdalena.Volgens Dina Abshalom–Gorni, die de opgravingen leidde, heeft Christus mogelijk in de synagoge gepreekt, omdat Migdal tweeduizend jaar geleden een belangrijke stad was. Hij verkondigde vaker aan de oever van het Meer van Galilea en verrichtte er verscheidene wonderen.

Archeologen zijn vooral onder de indruk van de vondst van een afdruk van een menora, de zevenarmige kandelaar, uit de tweede tempel van Jeruzalem, die de Romeinen in 70 na Christus verwoestten. Volgens Abshalom–Gorni zijn er van zulke afdrukken slechts vier bekend.

De hal van het gebedshuis had een oppervlakte van 120 vierkante meter en had een vloer van mozaïek en een vierkante steen die met de menora was versierd.