Wonderen buiten de frontlinies
Titel:
”Genezing op het gebed? Over ziekte en gezondheid, ziekenzalving en bezetenheid”
Auteur: drs. A. A. Teeuw
Uitgeverij: Groen, Heerenveen; 2002
ISBN 90 5829 319 X
Pagina’s: 112
Prijs: € 12,50. Wat wil het zeggen wanneer iemand ziek wordt of blijft? Is ziekte een straf? Is ziekte een beproeving? Heeft ziekte in het Oude Testament dezelfde betekenis als in het Nieuwe Testament? Welke betekenis hebben gezondheid en genezing? Onder welke omstandigheden komen mensen tot genezing?
In het 112 pagina’s tellende boekje ”Genezing op het gebed? Over ziekte en gezondheid, ziekenzalving en bezetenheid”, gaat drs. A. A. Teeuw, zoals de ondertitel aangeeft, in op veel onderwerpen. Hij wil laten zien welke betekenis ziekte en gezondheid in de Bijbel hebben.
Om de hoofdlijnen in beeld te krijgen, behandelt hij vragen zoals de hierboven genoemde. Tegelijk besteedt hij aandacht aan zaken als bezetenheid, ziekenzalving en genezingswonderen. In het laatste hoofdstuk gaat hij concreet in op de vraag in de titel van het boek.
De schrijver stelt in kort bestek veel aan de orde, eigenlijk het hele terrein van ziekte en gezondheid, en hij verweeft met elkaar bijbelse, ethische en medische aspecten.
Het pastorale aspect komt niet zo aan de orde. Daaraan ligt een bewuste keuze ten grondslag. De auteur wil in dit boekje hoofdlijnen aangeven om wat meer zicht te krijgen op ziekte en gezondheid. Daardoor komt de vraag uit de titel pas heel laat aan de orde en blijft het antwoord uiteindelijk achterwege.
Frontlinies
Met betrekking tot de genezingswonderen in onze tijd schrijft drs. Teeuw dat we erg terughoudend moeten zijn om de lijnen vanuit het Nieuwe Testament zomaar door te trekken naar onze westerse samenleving. Hij reserveert deze wonderen voor de tijden en plaatsen waar de Heere in het bijzonder Zijn Evangelie voor het eerst doet komen. Hij noemt dat de „frontlinies van het Evangelie.”
Onze westerse samenleving ziet hij niet als zo’n frontlinie, en daarom mogen we deze wonderen niet meer zo verwachten. Zou het ook kunnen zijn dat wij als westerse mensen onze afhankelijkheid van de Heere totaal zijn kwijtgeraakt en dat daarom het geloof in Gods almacht zo weinig meer functioneert?
Wat betreft de ziekenzalving is de auteur van mening dat deze niet meer nodig is in de christelijke gemeente van nu. Hij doet hier een paar uitspraken die het waard zijn meer aandacht te krijgen. Hij benadert dit onderwerp met een terechte nuchterheid.
Bij het hoofdstuk over bezetenheid heb ik me afgevraagd of de lezer erdoor precies een beeld krijgt van wat bezetenheid was in de tijd van het Nieuwe Testament en of er wel of geen verband is met psychische ziekten nu.
Een direct verband tussen ziekte en gezondheid en een leven naar Gods geboden ziet Teeuw wel duidelijk in het Oude Testament, maar niet meer zo duidelijk in het Nieuwe Testament.
Summier
Na lezing van het boekje bekroop me het gevoel dat de schrijver in een te kort bestek te veel aan de orde heeft willen stellen en daardoor te summier blijft in het onderbouwen van zijn standpunten.
Jammer vind ik dat hij eigenlijk voorbij is gegaan aan de persoonlijke worsteling over de verhouding van Gods almacht en Zijn vrijmacht, die in het gebed om genezing zo’n centrale plaats inneemt.
Een storende fout kwam ik tegen op blz. 34. Er staat nu: „Wordt ziekte in het Oude Testament beloofd op het onderhouden van Gods geboden, in het Nieuwe Testament staat ziekte in het teken van het Koninkrijk van God.” Volgens mij moet ”ziekte” hier worden vervangen door het woord ”genezing”.