Binnenland

Rituele dans om de kamerhamer

Vernieuwing, vernieuwing en nog eens vernieuwing. Onder dat motto streden drie nerveuze kandidaten dinsdag om de kamerhamer. Dat het stuk gereedschap opnieuw in handen kwam van VVD’er Weisglas leverde uiteindelijk echter heel oude, partijpolitieke pijntjes op.

Peter van Olst
5 February 2003 11:39Gewijzigd op 14 November 2020 00:06
DEN HAAG - Drie gespannen voorzitterskandidaten in het ministersvak in de Tweede Kamer. V.l.n.r. De Graaf (D66), Weisglas (VVD) en Verburg (CDA). Dat laatstgenoemde gisteren niet tot kamervoorzitter werd verkozen, leverde het CDA partijpolitieke pijn en w
DEN HAAG - Drie gespannen voorzitterskandidaten in het ministersvak in de Tweede Kamer. V.l.n.r. De Graaf (D66), Weisglas (VVD) en Verburg (CDA). Dat laatstgenoemde gisteren niet tot kamervoorzitter werd verkozen, leverde het CDA partijpolitieke pijn en w

In geen enkel land ter wereld wordt de verkiezing van de voorzitter van het parlement rechtstreeks via de televisie uitgezonden en maken de grote dagbladen er voorpaginawerk van, behalve in Nederland. Geen land ter wereld ook waar kandidaat-voorzitters nederige sollicitatiebrieven schrijven om die vervolgens in een openbaar debat te verdedigen, behalve Nederland.

Hoewel de voorzitter van de Tweede Kamer weinig meer is dan representant en procesbegeleider -eerste onder 150 gelijken- is de functie sinds vorig jaar mei inzet van groot politiek spektakel. Voor die tijd was het een van de baantjes die door de grote partijen onderling werden verdeeld, maar nu leidt publieke presentatie via een vrije stemming tot ondergang of overwinning.

En dus was het dinsdag een buitengemeen spannende dag voor zittend kamervoorzitter Weisglas (VVD) en zijn uitdagers Verburg (CDA) en De Graaf (D66). In het ministersvak in de Tweede Kamer boden zij tegen elkaar op in dienstbaarheid en vernieuwingsdrang. Vooral het laatste is tegenwoordig een modeartikel aan het Binnenhof. Minder moties, levendiger debatten, sidderende ministers: daar scoor je mee.

Weisglas had het allemaal al een keer eerder meegemaakt. In mei schudde hij in eenzelfde wedloop zijn fractiegenote Jorritsma en LPF-collega Janssen van Raaij van zich af. Destijds had hij maar één stemronde nodig. De onervaren LPF’er vormde nauwelijks een partij, terwijl Jorritsma als voormalig vice-premier te zeer een verpersoonlijking was van de gewraakte ’oude’ politiek.

Van meet af aan was echter duidelijk dat Weisglas het ditmaal moeilijker zou krijgen. Als vrouw én lid van de grootste fractie van het huis was Verburg een geduchte tegenkandidaat, met een riante uitgangspositie van 44 (CDA-)stemmen. D66-kamerlid De Graaf gold met zijn uitstekende kennis van het staatsrecht en zijn doorwrochte visie op politieke vernieuwing als een gevaarlijke outsider.

Die tegenstand dreef Weisglas tot een dringend appèl op zijn collega’s om hem in de gelegenheid te stellen zijn „karwei af te maken.” Acht maanden is echt te kort, hield hij ze voor, vooral voor de „mooiste functie van de politiek.” Graag wees Weisglas ook op de successen die hij al heeft geboekt. Tien procent meer kijkers naar de live-uitzendingen op televisie van het wekelijkse vragenuur is immers geen sinecure.

De Graaf begon zijn verkooppraatje met de stelling dat hij, als lid van een kleinere fractie, het vooral moest hebben van zijn ideeën en zijn geloofwaardigheid. Als belangrijkste idee voerde hij op dat de minister-president vaker in de Kamer zou moeten verschijnen, bijvoorbeeld in een wekelijkse sessie. „Wat mij betreft zo vaak mogelijk”, reageerde hij op een enigszins bezorgde vraag van CDA-leider Balkenende.

Verburg gooide al haar CNV-vakbondservaring in de strijd, alsook haar status binnen de CDA-fractie, waar ze vorig jaar vice-voorzitter werd en nieuwe kamerleden ging begeleiden. Ze lanceerde het voorstel om de voorzitter halverwege ieder debat te laten samenvatten welke toezeggingen een minister tot dan toe heeft gedaan. Op die manier denkt ze de vloed aan moties waarmee de Kamer kampt, te kunnen stoppen.

Over de hoofdzaken waren de drie het voortdurend eens. Minder moties, minder spoeddebatten, minder interpellaties - maar wel met behoud van respect voor kamerleden die ergens groot belang aan hechten. De debatten moeten korter en levendiger, de Kamer moet van een lam weer een leeuw worden (Verburg) en ministers moeten weer sidderen als er een motie wordt aangenomen (Weisglas).

De eerste stemronde leverde voor geen van de drie de benodigde absolute meerderheid op. Weisglas haalde 61 stemmen, Verburg 47 en De Graaf 39. De tweede ronde was overduidelijk voor de zittende kamervoorzitter. Met 79 stemmen glorieerde hij over Verburg (49) en De Graaf (17). Die uitslag leidde tot groot enthousiasme in het VVD-vak, maar tegelijk ook tot een schok in de CDA-gelederen.

Wat was er gebeurd? Ondanks alle mooie woorden over open verkiezing en vrije stemming had het CDA er heimelijk op gerekend dat veel PvdA’ers de kandidaat van de toekomstige coalitiepartner wel zouden steunen; en daar zelfs bij PvdA-leider Bos op aangedrongen. Verburg haalde echter nauwelijks meer dan de 44 CDA-stemmen. De felbegeerde post ging aan het CDA voorbij en dat leverde schrijnende partijpolitieke pijn.

Terwijl enkele CDA-kamerleden op de gang in woede ontstaken over deze vernedering, lachten enkele PvdA’ers in hun vuistje. Zij hadden een prachtig argument om hun stem uit te brengen op Weisglas, want een kamervoorzitter is nu eenmaal geen wegwerpartikel. Maar ze haalden tegelijk heerlijk hun gram op al die CDA’ers die nog allerminst enthousiast zijn over de formatiegesprekken met de PvdA.

Een en ander bracht een VVD-aanschouwer tot de conclusie dat het debat, ondanks alle mooie beloften over vernieuwing en verbetering, eigenlijk een „rituele dans” was geweest.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer