Het prinselijk paar is de hele week in New York om te vieren dat VOC–kapitein Henry Hudson vierhonderd jaar geleden met zijn schip De Halve Maen voor anker ging bij Manhattan. Volgens de kroonprins zijn de Nederlandse wortels nog altijd aanwezig in de metropool. „Het Hollandse DNA zit in de New Yorker", aldus Willem–Alexander. „De New Yorker is anders dan de rest van de Amerikanen. De New Yorkers noemen zich tolerant, open en vrij voor immigranten".De prins vindt het belangrijk dat New Yorkers de Nederlandse invloed kennen. Het Nederlandse geschenk van het New Amsterdam Pavillion aan de stad, een ontmoetingspaviljoen op de zuidpunt van Manhattan, draagt daar volgens hem aan bij. „Het bevindt zich bij een van de drukstbezochte metrostations, miljoenen mensen passeren daar. Iedereen ziet daar Nederland, iedereen ziet daar dat Nederland een belangrijke rol heeft gespeeld".

Voor de Oranjes is het bezoek ook bijzonder omdat ze elkaar leerden kennen in New York. Màxima, die in de jaren negentig vijf jaar in de Big Apple woonde, herinnert zich dat nog goed. „Een van de eerste momenten dat we elkaar ontmoetten, gingen we rolschaatsen in Battery Park". De prinses was destijds ook al op de hoogte van de Nederlandse invloed. „Ja absoluut. Alleen moest ik de Hollandse straatnamen opnieuw leren zeggen nadat ik Willem–Alexander ontmoette. Ik sprak ze uit op zijn Amerikaans".

De stad is enorm veranderd sinds ze New York heeft verlaten, zegt Màxima. „Zoals na de aanslagen op 11 september 2001". Het prinselijk paar woont vrijdagochtend de herdenkingsceremonie bij op Ground Zero, de plek waar de Twin Towers werden verwoest. Voor Màxima zal dat een bijzonder moment zijn. De prinses, die lange tijd in de financiële wereld werkte, kende mensen die slachtoffer of getuige waren van de aanslagen.