Binnenland

Hoogleraar twijfelt aan beloften Turbo Wing

Het is de vraag of het kapitaal van de Veenendaalse stichting Freule Lauta van Aysma is ondergebracht bij een solide luchtvaartonderneming. Dat zegt de Delftse emeritus hoogleraar aërodynamica prof. ir. E. Torenbeek. Volgens hem belooft het project Turbo Wing veel, maar ontbreken concrete resultaten. „Ik zou er mijn geld niet op inzetten.”

5 February 2003 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:06

De uitspraken van Torenbeek staan niet op zich zelf. Ook andere tekenen wijzen erop dat de stichting Freule Lauta van Aysma haar geld wel eens definitief kwijt kan zijn.

Turbo Wing, een onderneming met vestigingen in Amerika, Canada en Zwitserland, zegt een ingenieus systeem te hebben ontwikkeld om de prestaties van vliegtuigen te verbeteren. Door middel van kleine propellertjes achter de vleugel zou een vliegtuig nog maar eenderde van de normaal vereiste startbaanlengte nodig hebben om op te stijgen. Bovendien nemen klim- en laadvermogen en het bereik van vliegtuigen toe met percentages die oplopen tot 100 procent.

Een wonderlijk verhaal, zo meent professor Torenbeek. „Wat ontbreekt zijn de bewijzen dat de methode werkt. Men doet hard mee aan de tendens om mensen met woorden te overtuigen, zonder concreet te worden.” Verhalen over verbeteringen van prestaties met tientallen procenten wijst hij naar het rijk der fabelen. „Wat zij beloven is volstrekt buiten de orde.” Torenbeek zegt dat het zeker mogelijk is om prestaties van vliegtuigen te verbeteren, „maar dan praat je over maximaal 10 procent. Bovendien heeft een positieve verbetering vrijwel altijd negatieve gevolgen. Daarover zwijgt Turbo Wing echter in alle talen.”

Volgens de hoogleraar is dat laatste ook een van de feiten die Turbo Wing tegen zich heeft. „Men probeert mensen een rad voor ogen te draaien. Ik lees alleen maar positieve verhalen. Bovendien spreekt men zichzelf tegen. Zo staat op de website dat het effect van motoruitval op de turbo wing klein is. Dat staat haaks op de bewering dat de turbo wing de prestaties van een vliegtuig verbetert.”

De kanttekeningen van de hoogleraar zijn niet de enige feiten die tegen de firma getuigen. Zo blijkt de website van de firma enkele dagen na de negatieve publiciteit uit Nederland opeens ’in onderhoud” te zijn. Via enkele technische handelingen is het echter mogelijk om alsnog alle gegevens te achterhalen. Toch is dat niet het enige wat rammelt. Op een foto is een testopstelling te zien van de turbo wing. Die is echter aangebracht op een vliegtuig waarvan het type niet overeenkomt met het registratienummer. Bij controle in het Amerikaanse burgerluchtvaartregister blijkt het nummer al tientallen jaren niet bij de afgebeelde Cessna 207, maar bij een Piper PA-28 te horen.

Een tweede toestel dat Turbo Wing gebruikt staat, blijkens het luchtvaartregister, sinds 12 september 2002 geregistreerd op naam van het bedrijf. Het adres dat daarbij wordt gebruikt, is overigens weer een ander dan de officiële correspondentieadressen in Amerika en Canada die de onderneming op haar website vermeldt. De website zelf blijkt overigens niet in een van die landen, maar in Zwitserland geregistreerd te zijn.

Ook enkele getuigenissen van ’deskundigen’ die de betrouwbaarheid van de turbo wing moeten ondersteunen, lijken op z’n minst de schijn tegen zich te hebben. Zo wordt de naam genoemd van ene Richie W. Graham, directeur van het bedrijf AeroEidetics. Het bedrijf, dat gepresenteerd wordt als een alom bekende onderneming, is op internet in ieder geval niet te vinden. Een andere steunbetuiging komt van een oud-werknemer van vliegtuigbouwer Northrop. Dat bedrijf houdt zich echter bezig met de bouw van militaire straalvliegtuigen. Het heeft geen ervaring met propellertoestellen, de markt waar Turbo Wing zich op richt.

Navraag bij Turbo Wing in het Amerikaanse San Diego levert de mededeling op dat men niet met de media wil praten. Woordvoerder Frank Melvestuto wil alleen kwijt dat de website niet is aangepast als gevolg van de publiciteit. „Er bleken dingen op te staan die we nog niet naar buiten wilden brengen. Zo staan er te veel technische details op die nog niet goed doorgesproken zijn. Dat kunnen we richting onze klanten niet maken.” Melvestuto zegt niets af te weten van investeringen vanuit Nederland in zijn bedrijf. En erover praten wil hij al helemaal niet. „Over een dag of tien hoop ik de internetsite bijgewerkt te hebben. Daar staat dan alles op wat we kwijt willen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer