Alles in het veiligheidshuis draait om samenwerking en overleg, maar Van Aartsen benadrukte bij de opening dat het „geen praathuis" is. De uitwisseling van informatie moet juist leiden tot een snellere en daadkrachtigere aanpak van personen en groepen die overlast veroorzaken.„Raddraaiers die vroeger de dans ontsprongen omdat ze niet op een of ander lijstje stonden, kunnen nu veel sneller worden aangepakt", aldus de burgemeester. Daarbij ligt de nadruk niet alleen op bestraffing van, maar ook op hulp aan onder anderen ex–gevangenen en probleemjongeren.

Volgens Hirsch Ballin is die persoonsgerichte aanpak de kracht van de veiligheidshuizen, die de afgelopen in het hele land als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten. „Die aanpak moet kenmerkend zijn voor de aanpak van criminaliteit. Wij moeten streng maar doordacht optreden", aldus de bewindsman.

Toch gaat het volgens Van Aartsen nu al niet slecht in Den Haag. Het percentage Hagenaars dat zich onveilig voelt, neemt af en er zijn steeds minder probleemgebieden. „We moeten het niet erger maken dan het is en ons niet verliezen in oorlogsretoriek. Het is hier geen Sao Paulo, Parijs of Johannesburg", aldus de burgemeester.

Veiligheid in de wijken wordt naar verwachting een belangrijk thema bij de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar. De gevestigde partijen in Den Haag krijgen dan te maken met concurrentie van de PVV van Geert Wilders, die bij de Europese verkiezingen in juni de meeste stemmen in de hofstad kreeg.