Moedeloosheid in Israël overheerst
Dofheid en moedeloosheid heersen in Israël aan Joodse en Palestijnse zijde. Dat is de ervaring van een delegatie van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), die maandag terugkeerde van een vierdaags bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden. De delegatie hield zich bezig met de kernvraag hoe de „volkomen impasse” tussen Israëliërs en Palestijnen doorbroken kan worden.
Volgens delegatielid dr. K. Blei, oud-secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk en nu IKV-bestuurslid, weegt het veiligheidsaspect aan Israëlische kant zo zwaar dat alle maatregelen tegen de Palestijnen daarmee gerechtvaardigd worden. Dat aspect domineerde ook de verkiezingen vorige week.
De delegatie sprak met Israëlische vredesgroepen, die geheel naar de marge van hun samenleving zijn gedrongen, en met Palestijnse instanties die streven naar verzoening en het overbruggen van tegenstellingen. Contacten met deze groepen en instanties heeft het IKV al langer. Er is volgens het vredesberaad echter over en weer weinig communicatie. Israëliërs kunnen niet zomaar naar de Westelijke Jordaanoever en omgekeerd is dat ook het geval.
Om dit probleem te overwinnen, ontstond onder meer het plan om een platform voor vredesactiviteiten op te richten. Daarin kunnen vertegenwoordigers van beide zijden elkaar ontmoeten. Dat zou kunnen in Jeruzalem, waar Palestijnen meer bewegingsvrijheid hebben dan op de Westelijke Jordaanoever.
Behalve aan de uitgaansverboden, die het Israëlische leger volgens het IKV op de meest ongelegen en onverwachte momenten afkondigt en die het openbare leven volstrekt ontregelen, ergeren de Palestijnen zich ook zeer aan de uitbreiding van het aantal nederzettingen. Sinds 1967 staan de Israëlische regeringen dit proces oogluikend toe. De Palestijnen zijn daardoor het kind van de rekening, aldus dr. Blei.
Geen van de gesprekspartners aan Palestijnse zijde zag in de zelfmoordaanslagen een oplossing om uit de impasse te komen. Achter die aanslagen zitten niet eens zozeer religieuze motieven („een wit voetje bij Allah halen”), maar vooral wanhoop en gevoelens van wraak, aldus dr. Blei.