Eis: Tien jaar cel voor wurgen echtgenote
Officier van justitie R. Mud eiste dinsdag bij de rechtbank in Haarlem een onvoorwaardelijke celstraf van tien jaar tegen de 28-jarige T. T. uit Zaandam.
De man heeft toegegeven dat hij op 17 februari vorig jaar zijn 24-jarige echtgenote heeft gewurgd.
T. meldde zich de ochtend na de moord vrijwillig bij de politie in Zaandam. Hij vertelde dat zijn vrouw hem wilde verlaten en dat hij dat niet kon verwerken. De politie trof het levenloze lichaam van het slachtoffer naderhand aan in de woning van het echtpaar.
Het slachtoffer verbleef in die periode in het Blijf van mijn Lijf-huis in Amsterdam. Vier jaar daarvoor woonde ze ook al enkele weken in het opvanghuis.
De vrouw wilde 17 februari ’s avonds terug naar het Blijf van mijn Lijf-huis. De verdachte probeerde dat te voorkomen. Toen de vrouw toch volhield, zijn bij T. volgens het openbaar ministerie de stoppen doorgeslagen. De man zei op de zitting zich niets meer te kunnen herinneren van wat er daarna is gebeurd. Bij de politie heeft de Zaandammer echter voorgedaan hoe hij zijn vrouw had gewurgd.
Uit angst TBS te krijgen, heeft T. niet volledig willen meewerken aan een psychiatrisch onderzoek. Gedragsdeskundigen stelden vast dat de verdachte niet aan een psychische stoornis lijdt.
Advocaat P. Doedens vroeg om een nieuw onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Volgens de raadsman heeft de Zaandammer uit verlatingsangst gehandeld. In dat geval is er volgens Doedens sprake van psychische overmacht.
Officier Mud had geen behoefte aan een nieuw onderzoek. Hij stelde dat verdachte en slachtoffer een relatie hadden van aantrekken en afstoten.
De rechtbank doet op 18 februari uitspraak.