„In Afghanistan is tien min twee twintig”
De aanpak van de taliban moet radicaal anders. Dat is de boodschap van de Amerikaanse generaal Stanley McChrystal. In de nieuwe ”ISAF Commander’s Counterinsurgency Guidance” legt hij uit waarom: „De aanvoer van talibanstrijders is onuitputtelijk, want in Afghanistan is 10 min 2 niet 8, maar… 20.”
„Het beschermen van de Afghaanse bevolking wordt onze missie, en die zal uiteindelijk beslissen wie deze strijd wint: wij, de Giroa (afkorting voor de Islamitische Republiek van Afghanistan) en ISAF, of de guerrillastrijders (de taliban)”, aldus McChrystal in zijn richtlijnen.„We zullen deze oorlog niet winnen door het simpelweg uitschakelen van talibanstrijders. Dat is een bij voorbaat verloren strijd.” McChrystal vergelijkt de manier waarop er tot nu toe is gevochten met een stier die de rode lap van de matador blijft aanvallen, en alleen vanwege dodelijke uitputting daarmee stopt. „Ook voor ons is de huidige manier van vechten uiteindelijk zelfvernietiging.” De reden daarvan is dat de aanvoer van talibanstrijders onuitputtelijk is. „Zo’n 70 procent van de Afghaanse bevolking is onder de 25 jaar, er is sprake van grootschalige werkloosheid, van analfabetisme en van omvangrijke politieke en sociale onvrede, dat alles vormt een vruchtbare voedingsbodem voor de rekrutering van nieuwe talibanstrijders.
En dan is er nog de ”attrition-math”, die in Afghanistan omgekeerd werkt. „Tien (talibanstrijders) min twee is in onze berekening acht, dus een verzwakking van de vijand. Maar in Afghanistan is de uitkomst van tien min twee… twintig, omdat minstens zo veel mannen –onder wie familie- en clanleden– die twee doden zullen willen wreken.” Dat is de reden, aldus McChrystal, waarom acht jaar van succesvolle oorlog toch niet hebben geleid tot verminderde strijd aan de andere kant.
We moeten totaal anders gaan denken en doen in Afghanistan, stelt hij. „Het inwilligen van de wensen van de bevolking moet ons doel worden.” „Bied de Afghanen bescherming en veiligheid tegen intimidatie, geweld en mishandeling, en respecteer hun cultuur en godsdienst. In alles wat we doen moet die verandering tot uiting komen: hoe we met de mensen omgaan, hoe we rijden of vliegen, hoe we patrouilleren, in de manier waarop we geweld inzetten (…) Werk ook intensief samen met het Afghaanse leger. Leef en train samen, integreer jouw commando met dat van hen.” En niet alleen met de Afghaanse soldaten, ook de gewone burgers moeten actief betrokken worden bij de opbouw van hun dorp of regio. „Praat met hen, luister naar hen, bevraag hen”, is wat McChrystal de ISAF-mannen en vrouwen voorhoudt.
Een effectieve operatie is straks een operatie die van de taliban iets afneemt wat ze niet kunnen missen: controle over de bevolking. „Daarom straks enkel nog aanvallende operaties die het vertrouwen en de steun van de bevolking winnen. Op die manier wordt de invloed van talibanstrijders teruggedrongen. Win de steun van de bevolking en de oorlog is gewonnen. Streef ernaar om 95 procent van onze energie te steken in 95 procent van de bevolking. Dat zal de taliban –de resterende 5 procent– isoleren.”
McChrystal lardeert zijn richtlijnen met vijf concrete casussen, waarin hij laat zien dat vijandelijke acties van de bevolking –bermbommen en zelfs raketaanvallen– vaak voortkomen uit onvrede over armoede en gebrek aan onderwijs voor kinderen, en niets met taliban van doen hebben. Een van de casussen gaat over de kap van voor de bevolking kostbare vruchtbomen langs een weg in een relatief rustig gebied. Reden voor de kap: ISAF-colonnes konden niet snel langs vrachtverkeer bij inhaalmanoeuvres. Het gevolg van de kap: woedende burgers, die hun bestaansbron zagen verdwijnen, en op de plaatsen waar de bermbomen hadden gestaan doken sindsdien regelmatig bermbommen op.