In het boek ”De grote recessie” stelt het CPB dat de deeltijd-WW werkloosheid alleen maar verbergt. Werknemers met deeltijd-WW worden beloond doordat ze niet hoeven te solliciteren tijdens de deeltijd-WW. Op die manier wordt werkloosheid uitgesteld en zijn werknemers slechter af.Volgens het CNV is de deeltijd-WW juist een overbrugging van de tijdelijke dip. Het CNV is daarom voorstander van deze regeling. Door de economische crisis krijgen bedrijven minder opdrachten of de vraag naar hun producten neemt af. Hierdoor hebben ze minder werk voor hun werknemers. Als de economie weer aantrekt, gaat het ook weer beter met deze bedrijven. De deeltijd-WW is bedoeld om de periode van terugval door te komen. Werknemers behouden hun baan, werkgevers behouden hun vakmensen.

Werknemers hebben alleen baat bij de deeltijd-WW áls er ook daadwerkelijk een reëel en aantoonbaar perspectief is op baanbehoud op de langere termijn. Anders is de deeltijd-WW slechts uitstel van executie. Werknemers spreken hun WW-rechten dan aan zonder dat ze gericht zijn op een zoektocht naar ander werk. Daarom pleit het CNV voor een objectieve bedrijfseconomische en werkgelegenheidstoets, voorafgaand aan de toekenning van de deeltijd-WW. Er moet stevig worden getoetst of de deeltijd-WW niet ten onrechte wordt aangevraagd.

Baanzekerheid

Als duidelijk is dat er ook op langere termijn verlies van banen is, kiest het CNV voor een ander traject. Dan werken we aan sociaal plannen en begeleiding naar ander werk. Alle inzet is dan gericht op het vinden van een nieuwe werkgever. Want baanzekerheid biedt de beste inkomenszekerheid.

Uiteindelijk wil het CNV naar een systeem waarin werkgevers en werknemers samen zeggenschap krijgen over de inzet van WW-middelen. Immers, de sociale partners in de sectoren weten het beste hoe ze ervoor staan. Zij kennen hun markt, zij kennen hun personeel. Werkgevers en werknemers bepalen dan samen of ze middelen inzetten ter overbrugging of juist zoeken naar ander werk.

Ook kunnen ze ervoor kiezen om vooral te investeren in het voorkomen van werkloosheid. Denk daarbij bijvoorbeeld aan meer scholing, al dan niet op de werkplek zelf. In dit systeem is versobering van de WW niet aan de orde. Ook vinden we dat werkgevers niet beboet moeten worden. Het is aan sociale partners zelf om oneigenlijk gebruik te voorkomen.

Kortom, de deeltijd-WW is een prima regeling binnen het totale pakket aan maatregelen om mensen aan het werk te houden. Door zorgvuldig om te gaan met de deeltijd-WW en sociale partners meer zeggenschap te geven, kan de deeltijd-WW ook op de lange termijn zijn werk doen.

De auteur is voorzitter ad interim van het CNV.