Dat heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gisteren gemeld. Minister Verburg stuurde de nieuwe strafmaat deze week naar de Tweede Kamer.De straffen die zij noemt kunnen oplopen tot zes jaar gevangenisstraf of een boete van maximaal 74.000 euro. Eerst waren dat respectievelijk maximaal zes maanden en een boete van ten hoogste 18.500 euro.

De gegevens die naar de Kamer zijn gestuurd, betekenen een wijziging van de Wet op de economische delicten (WED). Die houdt in dat delicten op het terrein van doden en transporteren van dieren kunnen worden aangemerkt als misdrijf – als er tenminste opzet in het spel is. Misdrijven worden zwaarder gestraft dan overtredingen.

Verburg stuurde in januari een wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) naar de Tweede Kamer. Daarin ging het over de mogelijkheid van het opleggen van een bestuurlijke boete, onder meer op het terrein van het doden van dieren en het overtreden van de transportverordening.

Ze gaf met die wetswijziging gevolg aan aanbevelingen in een rapport over de controle- en sanctiemogelijkheden van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).

Wie onopzettelijk een dier doodt, kan één jaar hechtenis krijgen, of een taakstraf, of een boete van maximaal 18.500. Als er opzet in het spel blijkt, is er sprake van een misdrijf en kan de dader zes jaar hechtenis, een taakstraf of een boete van ten hoogste 74.000 euro krijgen.

Voor het schenden van de regels voor diertransporten, geldt een straf van maximaal twee jaar gevangenisstraf, een taakstraf of een boete tot 18.500 euro.

Overigens blijft het de rechter die de definitieve straf toekent, aldus Verburg.