VVD en PvdA willen eerst afwachten of de scholen deze kwestie zelf oplossen. Minister Van der Hoeven van Onderwijs lijkt daarentegen wel te voelen voor een sluierverbod op scholen. Ze overlegt met de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) hoe scholen ermee kunnen omgaan.

Bestuurslid Naas van de Stichting Islamitisch Voortgezet Onderwijs vindt dat er weinig verschil is tussen een gewone hoofddoek en een gezichtssluier. Volgens hem zou een verbod op de gezichtssluier net als een verbod op het hoofddoekje in strijd zijn met de vrijheid van godsdienst. Het Islamitisch College in Amsterdam deelt die opvatting niet. Het hanteert nu al een verbod op de gezichtssluier.

In de verkiezingsstrijd verklaarde minister Van der Hoeven dat scholen hoofddoekjes moeten kunnen verbieden. De Commissie Gelijke Behandeling floot haar terug. Scholen die hoofddoekjes willen uitbannen, kunnen aangeklaagd worden wegens discriminatie op grond van godsdienst.

Hoe de commissie over de gezichtsbedekkende sluier zal oordelen, is onduidelijk. In een eerdere zaak gaf ze aan dat een school de sluier niet zonder meer kan verbieden, maar de vraag is of de commissie die lijn vasthoudt nu er zwaarwegende onderwijskundige bezwaren worden aangevoerd. Zelfs het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) vindt een verbod op de sluier juridisch mogelijk.

Het is volgens het LBR voor docenten belangrijk om gezichten van leerlingen te zien. Ze kunnen dan zien of de boodschap overkomt, of de leerling het nog volgt of begrijpt wat gezegd wordt. Daarvoor is non-verbale communicatie essentieel.

Deze week overleggen alle Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs, inclusief de islamitische, over het invoeren van een verbod op de gezichtssluier. Het hoofdstedelijk Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) is momenteel in een conflict verwikkeld met een aantal moslimleerlingen dat weigert de sluier thuis te laten.