Beleggen met hoop of met vrees
Nu in de economie steeds meer ‘groene scheuten’ worden waargenomen, raken aandelen weer in de gratie. De Amsterdamse effectenbeurs stapelde in de afgelopen weken winst op winst. Beleggers in obligaties lijken echter minder overtuigd van een ontluikend herstel.
Beleggers in aandelen zien de toekomst schijnbaar weer wat rooskleuriger in. Sinds de AEX-index begin maart vanwege de benauwende effecten van de kredietcrisis een dieptepunt bereikte op 199 punten, is de index van de 25 meest verhandelde fondsen in Amsterdam met circa 50 procent gestegen.De stemming onder beleggers is daarmee stukken optimistischer dan op voorhand was verwacht. Dat lijkt ook niet zonder reden: sleutelindicatoren in onder meer de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Japan schijnen de laatste paar weken steeds duidelijker te vertellen dat het ergste economische leed is geleden en dat daardoor na een historisch diepe val de weg omhoog weer is ingeslagen.
Aandelenbeleggers vertonen op dat punt een opvallend verschil met beleggers in met name staatsobligaties. Op die markt lijkt scepsis bij de huidige ‘beurshausse’ te overheersen. De effectieve rendementen op veel staatsleningen, die zich omgekeerd bewegen aan de koers, dalen.
Normaal gesproken zou bij positieve ontwikkelingen van de economie een stijgende trend op de aandelenkoersen gepaard gaan met lagere koersen en hogere rendementen op obligaties. De op dit moment stijgende koersen en dalende rendementen van obligaties geven echter aan dat beleggers uiterst onzeker zijn over het vermeende economische herstel.
De vraag is natuurlijk wie het bij het rechte einde heeft; de aandelen- of de obligatiebelegger. Nu is het goed om te bedenken dat dé les die topbeleggers als Warren Buffet hebben geleerd, is dat kopen van mensen met witte gezichten stukken lucratiever is dan handel drijven met verhitte beleggers. Wat dat betreft lijken aandelenbeleggers die omstreeks maart instapten slim te hebben gehandeld. Werd in maart nog gevreesd voor een heuse crash van het financiële systeem, inmiddels lijkt dat niet meer aan de orde.
Toch heeft de meer kritisch ingestelde belegger goede argumenten om voorzichtig te zijn bij het huidige beursoptimisme. Grofweg kan worden gesteld dat in veel landen consumenten het nog immer laten afweten. Uit angst voor toekomstige koopkrachtvermindering –al dan niet door dreigend ontslag– houden zij de hand op de knip. Spaarsaldi vertonen daardoor nog altijd een stijgende lijn.
Ook bedrijven zijn op z’n zachtst gezegd nog uiterst voorzichtig met hun investeringen. Uiteraard zullen op termijn ingeteerde voorraden moeten worden aangevuld, maar dit lijkt vooralsnog marginaal te zijn.
De groene scheuten lijken daarom vooral te danken aan de overheid. Waar bedrijven en consumenten hun uitgaven drastisch beperkten, ontpopten overheden zich wereldwijd in de afgelopen maanden als ”big spenders”.
Door middel van het opschroeven van de uitgaven werd mondiaal geprobeerd een Keynesiaanse keer ten goede in de economie te bewerkstelligen. En met schijnbaar succes: een herhaling van de Grote Depressie uit de jaren dertig van de vorige eeuw lijkt vermeden, al is dit uiteraard ten koste gegaan van de huishoudboekjes van minister Bos en zijn internationale collega’s.
De voor beleggers belangrijkste vraag is echter wat er nu gaat gebeuren. Duidelijk is dat de komende maanden van overheden niet veel steun meer mag worden verwacht. Daarvoor is hun financiële situatie te benepen.
Consumenten en burgers zullen het stokje dus moeten overnemen. Maar met een werkloosheid die de komende maanden alleen maar verder toe zal nemen, lijkt een plotselinge particuliere bestedingsimpuls niet te verwachten. Ontslagen werknemers zijn namelijk beroerde consumenten…
In dat opzicht lijkt de stijgende temperatuur op de effectenbeursvloer ook een tikkeltje voorbarig. Zo zijn er naast de veelgenoemde groene scheuten ook minder florissante indicatoren.
De Baltic Dry Index bijvoorbeeld. Deze maatstaf voor de overzeese vrachttarieven van droge bulk wordt breed beschouwd als een schatter voor de wereldhandel. Na een piek in juni kelderde de graadmeter in de afgelopen maanden met bijna 50 procent.