De Nederlandse samenleving bestaat al eeuwenlang uit minderheden. Een kenmerk van minderheden is dat zij er eigen opvattingen op nahouden. Zolang die opvattingen niet strijden met normale deelname aan het dagelijks maatschappelijk verkeer is er niets aan de hand. Het is dan ook merkwaardig dat Van Dijk de lange broek voor meisjes en de televisie gebruikt als voorbeelden om aan te tonen dat orthodoxe christenen zich buiten de samenleving plaatsen. Daarmee legt hij anderen zijn denkbeelden op. Een slechte eigenschap voor iemand die volksvertegenwoordiger in een land vol minderheden is en bovendien een partij representeert die prat gaat op menselijke waardigheid en solidariteit.Van Dijks redenering getuigt ook van grote onkunde. Als hij zich zou verdiepen in orthodox-christelijk onderwijs, dan zou hij weten dat deze scholen serieus bezig zijn om het nieuwe vak burgerschapsvorming gestalte te geven. Ze lopen niet weg voor hun verantwoordelijkheid om kinderen en jongeren op te leiden voor een plaats in de samenleving, maar hebben dat doel juist hoog in hun vaandel staan. Niet voor niets was burgerschaps­vorming vorige week het thema van de jaaropening van een van de reformatorische scholen.

Orthodox-christelijke scholen krijgen niet zelden complimenten voor de gedegen, loyaal-kritische manier waarop zij met nieuwe ontwikkelingen in en buiten het onderwijs en met nieuwe vakken omgaan. Soms komen die complimenten van gezaghebbende mensen buiten de eigen kring, zoals de onderwijsjurist prof. Vermeulen en de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, prof. Van de Donk. Hun waardering is andere koek dan de suggestieve redenering van Van Dijk dat orthodox-christelijke scholen zich opsluiten in hun eigen wereldje en de boel de boel laten.

De aangevallen scholen kunnen zich geprikkeld van Van Dijk afkeren, maar hem ook uitnodigen om een kijkje te komen nemen en te zien waar orthodox-christelijk onderwijs werkelijk voor staat. Het Hoornbeeck College in Amersfoort deed dat ooit met een VVD-Kamerlid dat net als Van Dijk meende reformatorische scholen te moeten belagen. Na afloop van het bezoek moest de man eerlijk toegeven dat zijn beeld van orthodox-christelijk onderwijs niet spoorde met de werkelijkheid en dat hij in enkele uren veel geleerd had. Welke refoschool belt maandag naar Den Haag om een afspraak met Van Dijk te maken?

Zijn aanval betekent intussen wel huiswerk voor de scholen. Doen zij voldoende aan positieve beeldvorming naar buiten toe? Keer op keer blijkt dat andersdenkenden vooral op de hoogte zijn met de gangbare clichés. Christelijke scholen indoctrineren, zetten aan tot homohaat en voeden de leerlingen op in een jaren-50-sfeer, om maar enkele karikaturen te noemen.

Nog één keer prof. Van de Donk. Hij riep vorig jaar op een congres in Vianen de orthodox-christelijke scholen op een beetje trots te zijn op hun plek in de Nederlandse samenleving. Letterlijk zei hij: „Treed fier naar buiten met uw gedachtegoed. We moeten niet zo wanhopig doen als niet iedereen het belang daarvan inziet.” Laat SP-Kamerlid Van Dijk maandag eens bellen met Van de Donk. Hij kan veel leren van de WRR-voorzitter.