Lucht boven wereldeconomie klaart even op
Voorspellers van de economie zijn eraan gewend te worden ingehaald door de werkelijkheid. Maar waar de realiteit in de eerste maanden van dit jaar steeds weer zwarter bleek dan verwacht, breekt de zon nu eerder door dan gedacht. Hoe lang de opklaring duurt, is echter nog volstrekt onduidelijk.
„De trend is dat iedereen wat positiever wordt, en dat is prettig”, stelt Rabobankeconoom Hans Stegeman. „De groei kan de komende kwartalen best nog wat beter uitvallen dan we al dachten. De vraag is echter hoe we dan verder gaan.”Rabobank was een van de instanties die gisteren met positievere vooruitzichten kwamen. De economen van de bank denken niet langer dat de Nederlandse economie volgend jaar krimpt, maar dat zij met 0,25 procent zal groeien. „Nog altijd niet veel meer dan een stabilisatie op een heel laag niveau”, nuanceert Stegeman.
De OESO, de economische denktank van de rijke landen, kondigde zelfs het einde van de recessie aan. Volgens de organisatie zijn de economieën van de Verenigde Staten en de eurozone nu al aan het groeien. Daarmee treedt het herstel eerder in dan de denktank van de geïndustrialiseerde landen twee maanden geleden nog dacht.
De denktank verwacht dat de Amerikaanse economie in het derde kwartaal met 1,6 procent groeit op jaarbasis. Voor de landen in de eurozone wordt een gemiddelde groei van 0,3 procent voorzien. De economie van Japan groeit dit kwartaal naar verwachting met 1,1 procent.
Ook de Europese Centrale Bank (ECB) kwam met positievere prognoses. De ECB ziet de economie van de eurozone volgend jaar met 0,2 procent groeien, in plaats van de krimp van 0,3 procent die bij de vorige raming nog werd voorspeld. De centrale bank gaat er nu van uit dat de economie van de eurozone dit jaar met 4,1 procent krimpt. In juni werd nog uitgegaan van een achteruitgang van 4,6 procent.
„Er zijn steeds meer tekenen dat de economie zich stabiliseert”, zei ECB-president Jean-Claude Trichet. „Maar we moeten voorzichtig blijven, het herstel zal waarschijnlijk onevenwichtig zijn.”
Ook de OESO haastte zich de blijdschap over het einde van de recessie te temperen. „Beperkte capaciteit, lage winstgevendheid, stijgende werkloosheid, zeer beperkte loonstijgingen en aanhoudende prijsdalingen op de huizenmarkt zullen de toename van de bestedingen beperken”, vatte de organisatie de vooruitzichten samen.
Stegeman maakt zich evenmin veel illusies over de kracht van de economische opleving. „De internationale handel trekt wel aan, maar daar staat tegenover dat de werkloosheid oploopt en de consumptie onder druk staat. Op Prinsjesdag zal het kabinet waarschijnlijk zeggen dat er weinig aan de koopkracht kan worden gedaan; dat helpt ook niet.”
De eerste zwaluw maakt voor de Rabo-econoom daarom zeker nog geen zomer. „Als de stimulans van de overheidsbestedingen straks is uitgewerkt kunnen we weer omlaaggaan. Het hoeft niet, maar de onzekerheid is groot. We hebben in ieder geval nog geen vaste grond onder de voeten, alle factoren die de economie nu helpen zijn tijdelijk.”
De crisis zorgt bovendien voor een torenhoog tekort dat de overheid vanaf 2011 dwingt de broekriem aan te halen. De voorgestelde verhoging van de AOW-leeftijd is daarbij volgens de Rabobank „slechts een eerste en bescheiden stap.” Ook hogere belastingen worden waarschijnlijk noodzakelijk om de gaten te dichten. „Europese landen moeten de race om het meest aantrekkelijke belastingstelsel misschien maar omdraaien”, aldus Stegeman. „Ze hebben allemaal hetzelfde probleem.”