Oproep om aanpak bonussen misplaatst
Banken blijken hun personeel weer royaal te belonen. De oproep van veel politici om de bonussen aan te pakken is echter zinloos, stelt prof. dr. Jan Bouwens. Wat wel zin heeft, is bankiers te motiveren om goede en realistische beslissingen te nemen.
Tanzania kent na een mislukte oogst veroorzaakt door extreme droogte of overstromingen twee keer zo veel heksenmoorden als na een geslaagde oogst. Het is opvallend dat deze rituele moorden vaak binnen de armste families plaatsvinden.In het rijke Westen gaan we minder wreed met onze heksen om en richt de volkshaat zich niet op de armste, maar juist op de rijkste leden van de samenleving. Zo meent een deel van de bevolking dat ons banksysteem werd opgeblazen door de gretige hand van de bankbestuurders. Nu blijkt dat ze dat graaien nog steeds niet zijn afgeleerd, meent het volk dat het tijd is om in te grijpen. In hun drang adequaat over te komen, lijken politici de inkomens van bankmanagers wereldwijd aan banden te willen leggen.
Het is echter sterk de vraag of zo’n maatregel gaat helpen. In de eerste plaats vormt de beloning niet de oorzaak van de kredietcrisis en in de tweede plaats zullen de bankmanagers weinig voelen van de maatregelen die onze politici bedenken.
De beloning van bankiers is niet de oorzaak van de kredietcrisis, maar wij zijn allemaal schuldig aan de kredietcrisis. In ons streven naar welvaart zijn we ten tijde van uitsluitend economische vooruitgang vergeten dat de economie ook recessies kent. Banken belden ondernemers dat zij onder gunstige voorwaarden voor grote kredieten in aanmerking kwamen en ondernemers zijn in hun zucht naar welvaart maar al te gretig ingegaan op dit aanbod. Onze nationale binnenvaartvloot werd aldus in de laatste tien jaar nagenoeg geheel vernieuwd. Nu zijn deze ondernemers en de banken in de problemen. Wie is dan schuldig, de ondernemer of de bank?
Uit onderzoek weten we bovendien dat inperking van beloning niet werkt. Ondernemingen die sterk in de belangstelling staan, verlagen de voor de maatschappij zichtbare beloningsbestanddelen van hun managers. Echter, zij compenseren deze reductie met een verhoging van minder in het oog springende beloningsbestanddelen, zoals dure auto’s en uitkeringen na uitdiensttreding.
Om bankmanagers in het gareel te krijgen, kunnen we ons beter richten op de vraag hoe we hen kunnen motiveren om de juiste beslissingen te nemen. We zouden moeten overwegen om bankmanagers te verplichten serieuze aandelen te nemen en te houden in de bank waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Deze aandelen zouden ook aangehouden moeten worden nadat de bankmanager de bank verlaat.
Kredieten
Daarnaast moeten we ons serieus afvragen of grote kredieten moeten worden gegeven op basis van prognoses die alleen maar naar boven wijzen. De schepen die ik eerder noemde zijn evenals onze huizen voor de crisis jarenlang in prijs gestegen, en in de kredietverlening werd aangenomen dat deze trend tot in lengte van dagen zou doorzetten. Quod non!
De vraag is of de kredietverlening de prijs van de schepen aanwakkerde of dat fundamentele economische omstandigheden de waarde van de schepen opstuwden. Het laatste lijkt eerder het geval te zijn. Juist in tijden van economische voorspoed is het niet nodig om de kredietkraan verder open te draaien. Kredieten van nagenoeg 100 procent moeten bij wet verboden zijn.
De auteur is hoogleraar accounting aan de Universiteit van Tilburg.