De Nederlandse eenheid van 22 man gaat in de tweede helft van februari aan de slag als Duitsland en Nederland de leiding van de internationale veiligheidsmacht (ISAF) hebben overgenomen van de Turken.

Het basiskamp van het Duits-Nederlandse detachement bij de Afghaanse hoofdstad Kabul, werd eind vorige week voor de vierde maal in nauwelijks een jaar tijd bestookt met raketten. Er vielen geen slachtoffers. De herkomst is tot nu toe onduidelijk gebleven, omdat er radarapparatuur ontbreekt die dit soort projectielen kan onderscheppen.

De mortieropsporingsradar die intussen onderweg is naar Afghanistan, kan dat wel. De radarpost, die 24 uur per dag bemand is, kan onderscheid maken tussen vliegtuigen, vogels en projectielen zoals mortieren, raketten en grote kanonskogels. De radar volgt de baan van het projectiel en kan zo uitrekenen waar die vandaan komt. Naarmate de baan van het ingezette wapen steiler is, kan de radar nauwkeuriger werken.

Volgens een woordvoerder van Defensie is het de bedoeling dat eenheden van ISAF zelf vervolgens poolshoogte gaan nemen bij de plaats waarvandaan de aanslag is gepleegd en zo mogelijk arrestaties verrichten. Nederlandse commando’s zouden daarbij ook een rol kunnen spelen.

Het basiskamp Warehouse van Duitsland en Nederland is voorzover bekend tot nu toe vier keer met raketten bestookt. De eerste keer was in april vorig jaar. Daarna volgden aanslagen in september, november en eind vorige week. Overigens raakte geen van de raketten doel.

Bovendien kreeg het basiskamp in december te maken met een (zelfmoord)aanslag met handgranaten aan de poort. In juli liep een Nederlands voertuig op een landmijn. En in juni hielpen Nederlandse militairen bij het onschadelijk maken van enkele brandbommen langs de kant van de weg.

Aan Nederlandse kant is tot nu toe niemand gewond geraakt bij de aanslagen. Bij de Duitsers lieten eind vorig jaar zeven militairen het leven toen hun helikopter neerstortte.