Dat heeft het accountantskantoor Ernst & Young in het maandag gepubliceerde onderzoek ”Fraud, the Unmanaged Risk” geconcludeerd. Voor de studie zijn directeuren en bestuursvoorzitters van 400 bedrijven in dertig landen ondervraagd.

Van de managers die de omvangrijkste fraudes op hun geweten hebben, is 85 procent korter dan een jaar in dienst van de onderneming. Het kantoor heeft de afgelopen twee jaar geen vermindering van het sjoemelen waargenomen. Wel hebben tijdelijk personeel, internet en toenemende complexiteit van bedrijven de kans op fraude vergroot. Verder is er in tijden van economische malaise sprake van meer fraude.

In bijna de helft van de fraudezaken bezorgde het voorval het bedrijf een schadepost van 100.000 dollar per keer. In ruim een op tien gevallen was de omvang groter dan 1 miljoen dollar, aldus Ernst & Young.

Van alle ondervraagde ondernemingen kreeg 55 procent de afgelopen twee jaar te maken met aanzienlijke fraude. Een op de vijf bedrijven had te kampen met meer dan tien gevallen. „Daarbij moet de leiding ingrijpen of het bedrijf doet aangifte”, aldus P. Schimmel directeur onderzoek en integriteitbeheersing.

De meeste bedrijven worden eens in de vijf jaar met fraude geconfronteerd, zo stelt hij. „Daarbij zit iemand zodanig te knoeien dat de reputatie van het bedrijf een deuk oploopt. Fraude is nadrukkelijk meer dan het jatten van een schrijfblok.”

In ons land werd vorig jaar Aegon onaangenaam verrast. Een ex-directeur zou samen met een zakenman uit Twente het verzekeringsconcern voor 8 miljoen euro hebben opgelicht. De assuradeur heeft inmiddels het openbaar ministerie ingeschakeld.

Vorig jaar heeft de rechtbank in Rotterdam een voormalig administratief manager van het diervoederconcern Provimi tot dertig maanden cel veroordeeld. Hij had in vijf jaar tijd 28 miljoen euro achterovergedrukt.