Het basiskamp van het Duits-Nederlandse detachement bij de Afghaanse hoofdstad Kabul, werd eind vorige week voor de vierde maal in krap een jaar tijd bestookt met raketten, overigens zonder slachtoffers te maken. De herkomst is tot nu onduidelijk gebleven, vanwege het ontbreken van radarapparatuur dat dit soort projectielen kan onderscheppen.

De mortieropsporingsradar die inmiddels onderweg is naar Afghanistan, kan dat wel als de raket tenminste van enige afstand wordt afgeschoten. De radarpost die 24 uur per dag bemand is, kan onderscheid maken tussen vliegtuigen, vogels en projectielen als mortieren, raketten en grote kanonskogels. De radar volgt de baan van het projectiel en kan zo uitrekenen waar die vandaan komt. Naarmate de baan van het ingezette wapen steiler is, kan de radar nauwkeuriger werken.

Volgens een woordvoerder van Defensie is het de bedoeling dat eenheden van ISAF zelf vervolgens poolshoogte gaan nemen bij de plek waarvandaan de aanslag is gepleegd en zo mogelijk arrestaties verrichten. Nederlandse commando’s zouden daarbij ook een rol kunnen spelen.

Het basiskamp ’Warehouse’ van Duitsland en Nederland is voor zover officieel bekend tot nu toe vier keer met raketten bestookt. De eerste keer was in april vorig jaar. Daarna volgden aanslagen in september en november. Overigens raakten geen van de raketten hun doel.

Daarnaast kreeg het basiskamp in december te maken met een (zelfmoord)aanslag met handgranaten aan de poort. In juli liep een Nederlands voertuig op een landmijn. En in juni hielpen Nederlandse militairen bij het onschadelijk maken van enkele brandbommen langs de kant van de weg.

Aan Nederlandse kant is tot nu toe niemand gewondgeraakt bij de aanslagen. Aan Duitse zijde is het afgelopen jaar minder fortuinlijk verlopen. Eind vorig jaar verloren zeven Duitse militairen het leven na het neerstorten van hun helikopter.