Dat blijkt uit een onderzoek dat het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) dinsdag presenteerde.Onderzoekers onder leiding van professor M. Reijneveld namen de psychische gezondheid van 2250 jongeren in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe onder de loep. Zij richtten zich vooral op jongeren in de leeftijd van 11,5 tot 13,5 jaar, omdat in die twee levensjaren de meeste veranderingen plaatsvinden. Volgens de onderzoekers maakt het daarbij niet uit of jongeren in de stad of op het platteland wonen.

De onderzoekers verstuurden drie vragenlijsten waarin jongeren en hun ouders werden gevraagd naar het gedrag van de jongeren. Daarnaast stelden zij vragen over de opvoeding, gezinssamenstelling en sociaal-economische positie van de ouders. Twee jaar later vulden de deelnemers de vragenlijsten opnieuw in.

Doel van het onderzoek was na te gaan wat de invloed is van gebiedsachterstand en stedelijkheid op het voorkomen en de ontwikkeling van gedragsmatige problemen bij jongeren. De kwalificatie achterstandsgebied is gebaseerd op gegevens van het Sociaal en Cultureel Planbureau over werkloosheid, inkomen en opleidingsniveau.