Volgens de Nederlandse biochemicus zijn er twee problemen bij de opsporing van biologische wapens. „Het zogenoemde startmateriaal voor de productie is lastig te vinden. Dan is een vingerhoedje al genoeg. Dat is zo gering, dat het echt niet op te sporen is”, zei Rosing.

Verder zijn er de materialen voor voorzieningen en installaties die ook voor gewone doeleinden kunnen worden gebruikt. Rosing: „Bijvoorbeeld bierbrouwerijen met grote fermentatie-installaties of voorzieningen voor de productie voor geneesmiddelen. Maar al die installaties kun je ook voor de productie van biologische wapens gebruiken.”

Dat soort installaties en materialen om te produceren mag een land gewoon hebben, zegt de Nederlandse VN-wapeninspecteur. „Daarom is het zo moeilijk te zeggen dat materiaal is er niet meer en dat maakt het opsporen van b-wapens zo lastig,” voorspelde Rosing vanaf Schiphol.