„Wetenschap, raap de handschoen op”
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken is teleurgesteld over de reacties op haar oproep, eind juni, aan de intellectuele elite om een tegenbeweging tegen de vergroving in de samenleving te vormen.
De bewindsvrouw zei dat maandag tijdens de opening van het academisch jaar op de Universiteit van Amsterdam. „De intellectuelen rapen de handschoen niet op. Bij velen las ik verweer. Soms op licht excuserende toon, soms scherp en afwijzend: Raap zelf op, het is niet ons probleem. Vaak werd mijn oproep niet meer dan een kapstok voor een leuke column.”Verbazend vindt Ter Horst de reacties in de trant van: „Ze moet de hand in eigen boezem steken. Ter Horst maakt zelf deel uit van een generatie die zich tegen de autoriteiten verzette.” En vervolgens werd verder voorbij gegaan aan de kwestie zelf, constateert de bewindsvrouw. „In de politiek-maatschappelijke discussie in ons land voert in toenemende mate het populisme de boventoon. Het gevolg is een vergroving en versimpeling van het maatschappelijke debat, waarbij een goede analyse ontbreekt, de neiging groot is om tot makkelijke schijnoplossingen te komen en het speelveld zodanig verengd wordt dat de maatschappelijke samenhang uit het oog wordt verloren.”
Niet alleen de prominente rol van de media speelt daarbij mee, maar ook de dreigende breuklijn tussen mensen met een hoge en met een lage opleiding, stelde Ter Horst. „Een belangrijke kracht van ons land is nu juist dat wij altijd wél een verbinding hebben weten te leggen tussen elite, maatschappelijke midden- en onderklasse. Er was een tijd dat de intellectuele voorhoede brede lagen van de samenleving wist te inspireren tot het uitwerken van democratische ideeën en maatschappelijke idealen.”
Dat is essentieel, en de wetenschap zou haar onafhankelijkheid moeten bewaken en moeten onderzoeken of oppervlakkige beelden op de werkelijkheid berusten, vindt Ter Horst.
Pot met goud
Traditiegetrouw nodigde een aantal universiteiten politici uit om de studenten toe te spreken. Premier Balkenende spreekt donderdag op de Universiteit van Tilburg de financieel-economische situatie en de noodzakelijke keuzes waar Nederland voor staat.
In Delft voorzag verkeersminister Eurlings maandag een gouden toekomst voor de nieuwe studenten: „De wereld ligt voor jullie open. Veel belangrijke ontwerpers in de auto-industrie hebben hier in Delft gestudeerd. Internationaal vragen mensen zich vaak af hoe het komt dat de „Dutch guys” het zo goed doen in de automotive industry, terwijl Nederland daarin geen grote rol speelt.”
Leiden liet D66-leider Pechtold aan het woord: „Als we alleen kijken naar het overheidsgeld dat tijdens de crisis is binnengehaald, boekte de bouw een afgetekende overwinning op de wetenschap: 2,5 miljard versus 0,0.”
Te midden van zorgelijke signalen over de snelle groei van het aantal studenten in het hoger onderwijs liet prof. dr. R. H. Dijkgraaf, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), gisteren in Utrecht een positief geluid horen: „Gelukkig neemt de stroom intellectueel kapitaal gestaag toe. Universiteiten zitten op een pot met goud.”
Laakbaar vindt hij wel de forse bezuinigingen die het hoger onderwijs boven het hoofd hangen. „We zullen er alles aan moeten doen om dat te voorkomen.” In Rotterdam vroeg burgemeester Aboutaleb eveneens om een „noodzakelijke extra investering” in het onderwijs. „Bijvoorbeeld 2 miljard euro per kabinetsperiode tot 2020.”